VERGROENING VAN DE AUTOFISCALITEIT GOEDGEKEURD

6 12 2021

Wat moeten fleetmanagers weten voor hun komende bestellingen ?

Op woensdag 10 november 2021 werd de wetgeving rond de vergroening van de fiscaliteit voor bedrijfsvoertuigen door het federale Kamer goedgekeurd. De intentie is tweevoudig : fiscaal ontraden en de vergroening aanmoedigen. Wij overlopen de fiscale rode draad aangevuld met 6 praktische vragen en antwoorden.

OP WELKE FISCALE DOMEINEN WORDEN WIJZIGINGEN DOORGEVOERD ?

De nieuw goedgekeurde fiscale wetgeving heeft betrekking op bedrijfwagens, laadpalen en laadinfrastructuur en op het mobiliteitsbudget.

WELKE FISCALE PARAMETERS WIJZIGEN VOOR BEDRIJFSWAGENS ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op de aanpassing van twee fiscale parameters : de toekomstige fiscale aftrekbaarheid en de toekomstige berekening van de CO2-bijdrage van bedrijfswagens. Aan de formule van het voordeel van alle aard wordt behalve de jaarlijkse indexatie, niets gewijzigd. De nieuwe wetgeving brengt ook geen wijzigingen aan de regionale belastingen zoals de BIV en de verkeersbelasting.

VOOR WELKE VOERTUIGEN ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op personenwagens die als bedrijfswagens worden toegekend. Lichte vrachtwagens worden niet getroffen. Binnen de groep van personenwagens onderscheidt men twee groepen : enerzijds de CO2 neutrale voertuigen (= 100% elektrisch + waterstof) en anderzijds de andere voertuigen inclusief de plug-in voertuigen.

DATUM VAN BESTELLING IS BELANGRIJK

1) Niet CO2 neutrale voertuigen :

Voor bestellingen vóór 1 juli 2023 blijft de huidige fiscaliteit van de bedrijfswagens volledig behouden behoudens de jaarlijkse indexatie. Enkel voor plug-in hybrides besteld vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscale aftrek van fossiele brandstofkosten (meestal benzine) beperkt tot maximaal 50%.
Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt de maximale fiscale aftrekbaarheid beperkt vanaf 2025 tot 75% om te eindigen in 2028 op 0%. De CO2 bijdrage zal worden vermenigvuldig met een factor 2,25 vanaf 1 juli 2023 om geleidelijk te verhogen tot factor 5,5 vanaf 2027. Voor bestellingen vanaf 1 januari 2026 zal de fiscale aftrekbaarheid 0% bedragen.

2) CO2 neutrale voertuigen (100% elektrisch & waterstof)

Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt het minimum van de CO2 bijdragen vanaf 2025 licht verhoogd. Voor bestellingen vóór 1 januari 2027 blijft de huidige voordelige fiscaliteit behouden. Alle autokosten blijven voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor bestellingen na 1 januari 2027 wordt de fiscale aftrekbaarheid geleidelijk verlaagd van 100% naar 67,5% in 2031 afhankelijk van de datum van bestelling.

VERHOOGDE AFSCHRIJVING VOOR PUBLIEK TOEGANKELIJKE BEDRIJFSLAADPALEN

Voor bedrijven wordt de installatie van publiek toegankelijke laadstations op het bedrijfsterrein fiscaal aangemoedigd door het toekennen van een verhoogde afschrijving. Deze bedraagt 200% voor investeringen vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2022. In de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 wordt dit verlaagd tot 150%. Er zijn bijkomende voorwaarden :

1) De publiek toegankelijke laadpalen op het bedrijfsterrein moeten ten minste tijdens de openingsuren en/of sluitingsuren van de onderneming bereikbaarbaar zijn voor derden;

2) De controle van de locatie en van de beschikbaarheid van de laadpalen moet gebeuren door aanmelding bij de FOD Financiën of door vermelding op de website eafo.eu;

3) De laadpaal moet intelligent en stuurbaar zijn.

Dit betekent dat de laadtijd en het laadvermogen moeten aangestuurd kunnen worden door een energiebeheersysteem.

RAPPORTERINGSVERPLICHTING VOOR WERKGEVERS

De fiscus voorziet tegen 30 april 2026 een evaluatie van de impact van de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, met de focus op de gevolgen op de overheidsfinanciën. Aan de werkgevers zal worden gevraagd om de nodige gegevens te verstrekken aan de FOD financiën om de impact op:

1) het voordeel alle aard bij de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen;

2) de fiscale aftrekbaarheid van autokosten;

3) de brandstofaccijnzen;

4) en de btw te bepalen en deze data te rapporteren.

De modaliteiten van deze rapportering moeten nog bij Koninklijk Besluit worden bepaald en zijn nog niet opgenomen in de huidige wetgeving. Bij niet naleving zullen boetes worden toegepast.

VERSOEPELING MOBILITEITSBUDGET

Het langverwachte initiatief om het mobiliteitsbudget ingrijpend te wijzigen werd niet weerhouden maar er werden wel enkele belangrijke versoepelingen doorgevoerd die vanaf 1 januari 2022 van kracht worden. Het mobiliteitsbudget mag vanaf 1 januari 2022 ook worden aangewend voor de terugbetaling van :

  1. Uitgaven voor de stalling van een fiets, bromfiets en een elektrische motorfiets buiten de context van openbaar vervoer;
  2. Uitgaven voor beschermingsuitrusting en zichtbaarheid van de bestuurder en zijn passagier(s);
  3. Abonnementskosten voor het openbaar vervoer van de leden van het gezin die onder hetzelfde dak wonen;
  4. Parkingkosten binnen de context van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer;
  5. Kosten van voortbewegingstoestellen, waaronder ook de driewielige en vierwielige elektrische toestellen (L5e-A respectievelijk L7e-CP van de EU-Verordening 168/2013);
  6. Kosten voor de voetgangerspremie in (een deel van) de woon-werkverplaatsingen;
  7. Huisvestingskosten voor een woonplaats binnen een straal van 10 km van de normale plaats van tewerkstelling (zowel huurgelden, interesten als kapitaalaflossingen van “hypothecaire” leningen komen hiervoor in aanmerking).

Vanaf 2026 moeten alle gemotoriseerde voertuigen van de eerste pijler (bedrijfswagens) en van de tweede pijler (zachte mobiliteit, autodelen en autoverhuur met chauffeur) emissievrij zijn. De wachttijd voor werknemers werd afgeschaft. Er wordt een anti-misbruikbepaling ingevoerd waarbij het mobiliteitsbudget minimaal 3000,00 euro en maximaal een vijfde van het brutoloon mag bedragen met een absoluut maximum van 16.000,00 euro per kalenderjaar. Voor reeds bestaande mobiliteitsbudgetten zijn de grensbedragen pas vanaf 1 januari 2023 van toepassing.


Antwoorden op praktische vragen

Wordt de bedrijfswagen in mijn huidige wagenpark binnenkort minder aftrekbaar?

NEEN. Er wijzigt niets aan de fiscale formules voor bedrijfswagens die al rondrijden en evenmin voor personenwagens die besteld worden vóór 1 juli 2023. Niet-emissievrije auto’s besteld vanaf die datum zien hun aftrekbaarheid geleidelijk dalen naar nul in 2028. Niet-emissievrije bedrijfswagens die na 31 december 2025 worden besteld zijn vanaf dag 1 januari 2026 niet meer fiscaal aftrekbaar.

Tot hoelang zijn plug-in hybrides nog fiscaal interessant om te bestellen?

Als je ten laatste op 31 december 2022 bestelt behoudt het voertuig zijn huidige zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid. In de realiteit vaak tussen 96,3% en 100%. Bestel je hem op 1 januari 2023 of later dan is de aftrekbaarheid van de fossiele brandstofkosten beperkt tot maximaal 50 %. Wie een plug-in hybride op 1 juli 2023 of later bestelt moet rekening houden met een aftrekbaarheid van de alle autokosten inclusief elektriciteit die vanaf 2025 daalt naar 75 % en in 2026 naar 50 %. Vanaf 2027 daalt de fiscale aftrekbaarheid verder naar 25 % en in 2028 naar 0 %.

Geldt voor plug-in hybrides nog steeds de 50 gr/km-grens?

JA. Om niet beschouwd te worden als fake hybride moeten PHEV’s nog steeds aan dezelfde twee fiscale voorwaarden voldoen: over een verhouding bruto batterijcapaciteit/voertuiggewicht beschikken die na afronding minimaal 0.45 kWh per 100 kg bedraagt én minder dan 51 gr/km CO2 uitstoten. De WLTP-norm heeft intussen de NEDC 2.0 vervangen, maar plug-in hybrides mogen tot eind 2022 hun NEDC 2.0 waarde blijven gebruiken als die ook vermeld wordt op het homologatie attest. Concreet : het is toegelaten om de laagste waarde te gebruiken indien beide waarden (NEDC 2.0 en WLTP) op het homologatie-attest vermeld zijn. Die verplichting door de constructeur om beide waarden te melden geldt nog tot einde 2022.


Wijzigt de berekening van aan de BIV en de verkeersbelasting?

NEEN. Dit zijn regionale bevoegdheden. De Vlaamse verkeersbelasting en de BIV zijn al erg CO2-gefocust en pro-EV. De Waalse en Brusselse regionale autobelastingen niet maar deze regio’s wensen op termijn af te stappen van de huidige berekeningswijze om meer richting zero-emission te sturen. Hetzelfde geldt voor de BIV- en verkeersbelasting voor voertuigen ingeschreven door leasemaatschappijen, maar hierover wordt reeds jaren onderhandeld. De Waalse regering bereidt een milieuvriendelijkere tarifering voor van de verkeersbelasting met start in 2023 en kondigde aan om vanaf 1 januari 2022 de regels voor de inschrijving van lichte vrachtwagens te verstrengen.

Moeten lichte bedrijfsvoertuigen ook zero-emission zijn vanaf 2026?

NEEN. Voorlopig wijzigt er niets aan de fiscale regels rond lichte bedrijfsvoertuigen. De reden is dat ‘zero-emission’ tegen 2026 voor de meeste bedrijven onhaalbaar is voor hun bestelwagens en andere lichte vrachtvoertuigen. De technologie is nog niet voldoende geëvolueerd om elektrische LCV’s net zo inzetbaar te maken als diesel- of benzine-vans. Bestelwagens op waterstof zijn momenteel nog niet verkrijgbaar.

Zal de belasting op het voordeel van alle aard stijgen?

JA en NEEN. De basisformule blijft voorlopig ongewijzigd, maar de referentie-CO2-uitstoot zal jaar na jaar dalen naarmate er steeds meer plug-in hybrides en elektrische auto’s worden opgenomen in de berekening van het algemene vlootgemiddelde van het Belgisch wagenpark. Indien deze gemiddelde referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark daalt zal door de samenstelling van de formule het voordeel van alle aard verder stijgen.

Bron: Michel Willems (Mobilitas)





De Kamer stemt op 10 november over het wetsvoorstel “vergroening” van de bedrijfswagens | België

3 11 2021

Op basis van de actuele kalender van de Kamer zal het wetsvoorstel rond de vergroening van de bedrijfswagens in zijn versie van 26 oktober 2021 door de plenaire vergadering in de Kamer op woensdag 10 november 2021 worden goedgekeurd. De belangrijkste wijzigingen tegenover de vorige versie betreffen de aanpassingen van het mobiliteitsbudget op basis van de voorstellen van kamerlid Jef Van den Bergh. Voor de bedrijfsvoertuigen werden geen verdere fundamentele wijzigingen meer uitgevoerd ten opzichte van de vorige versie.

Aanpassing Mobiliteitsbudget

Volgende onderstaande aanpassingen aan het mobiliteitsbudget treden in werking vanaf 1 januari 2022:

Komen vanaf 1 januari 2022 ook in aanmerking voor uitgaven in pijler 2 van het mobiliteitsbudget :

  • kosten voor financiering (bijvoorbeeld fietsleningen), stallingkosten en kosten voor niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid verhogen bij zachte mobiliteit;
  • uitgaven voor “elektrische voortbewegingstoestellen”, zoals elektrische steps, worden gezien als zachte mobiliteit;
  • abonnementen voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden van de werknemer zullen in aanmerking komen;
  • parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer zullen ingebracht kunnen worden;
  • een voetgangerspremie voor het woon-werkverkeer wordt ook opgenomen in de tweede pijler;
  • vanaf 2026 moeten alle voertuigen die ingezet worden in het kader van pijler 2 emissievrij zijn.

Momenteel kunnen werknemers huisvestingskosten (intresten hypotheek- of huurlasten) inbrengen als zij binnen een straal van 5 km van hun werkplek wonen.

Deze actieradius wordt uitgebreid tot 10 km. Ook kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen tellen voortaan mee

Schrappen van de wachttijd

De wachttijd voor de werknemer wordt afgeschaft waardoor alle werknemers op hetzelfde tijdstip recht hebben op het mobiliteitsbudget. Het is dus niet meer nodig om gedurende een bepaalde periode een bedrijfswagen gehad te hebben of recht gehad te hebben op een bedrijfswagen.  Met andere woorden : vanaf het moment dat het recht op een bedrijfswagen ontstaat, kan een werknemer onmiddellijk voor het mobiliteitsbudget kiezen.

Opgelet ! de werknemer moet wel nog steeds recht hebben op een bedrijfswagen. De maatregel is dus geen uitbreiding naar werknemers die geen recht hebben op een bedrijfswagen.

Bron: Mobilitas





Belgische fiscus start binnenkort met rapporteringsplicht voor bedrijfswagens.

7 10 2021

In het wetsvoorstel met betrekking tot de vergroening van bedrijfswagens werden in de laatste evaluatierondes verschillende vragen gesteld over de budgettaire en financiële impact en de haalbaarheid van deze hervormingen. Om dit in de periode tussen vandaag en 2026 in kaart te brengen en mogelijke tussentijdse bijsturen te kunnen uitvoeren op basis van reële data, besliste de fiscus om aan de werkgevers een nieuwe fiscale rapportering op te leggen voor hun bedrijfsvloten.

De volgende elementen zullen moeten worden gemeld :

  1. voordeel alle aard
  2. fiscale aftrekbaarheid
  3. brandstofaccijnzen
  4. btw

Er zullen ook boetes worden voorzien indien de werkgever zich niet aan zijn verplichtingen houdt.

Deze regeling is opgenomen in het wetsvoorstel met betrekking tot de vergroening van bedrijfswagens. De details en de startdatum zullen na de stemming van de wet in een afzonderlijk Koninklijk Besluit worden gepubliceerd.

Allemaal fiscale parameters die al sinds jaar-en-dag in XPOfleet voorhanden zijn.

Bron: mobilitas





Aanpassingen mobiliteitsbudget 2021 voorlopig uitgesteld. Retro-activiteit van laadpaalinstallatie behouden.

23 09 2021

Op dinsdag 14 september diende de regering in de Kamer een update in van het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens.

Aanpassingen mobiliteitsbudget uitgesteld

Op dinsdag 14 september diende de regering in de Kamer een update in van het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens. Zoals reeds werd verwacht werden de wijzigingen inzake het mobiliteitsbudget voor 2021 niet meer weerhouden. Dit betekent concreet dat er voor dit jaar geen enkele aanpassing zal worden uitgevoerd en de huidige bestaande maatregelen voorlopig zullen blijven doorlopen.

Retro-activiteit voor semi-publieke laadpalen vanaf 1 september 2021

Uit de nieuwe versie van het wetsontwerp valt af te leiden dat de datum van “1 september 2021” voor investeringen door bedrijven in semi-publieke laadpalen en de daarbij horende bijzondere fiscale aftrek voorlopig werd behouden. Ook de fiscale voordelen voor particulieren die “vanaf 1 september 2021” in laadpalen investeren zou behouden blijven.

De verdere behandeling van het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens zal nu binnen de parlementaire commissies verder worden behandeld. De juiste timing van de plenaire zitting in de Kamer is nog niet bekend. De periode eind oktober 2021 – eind november 2021 lijkt ons een realistische inschatting. Dit zal voornamelijk afhangen van de begrotingsbesprekingen en de nieuwe werkgelegenheidsmaatregelen die nu door de regering prioriteit krijgen.  

Ter herinnering 1 : Fiscaal voordeel laadpaal voor bedrijven.

Vanaf 1 september 2021 kunnen bedrijven een aanzienlijk belastingvoordeel halen uit hun investering in een laadpaal. Vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2023 kunnen ze rekenen op maar liefst 200% belastingaftrek. Van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 daalt het belastingvoordeel tot 150%. Het fiscale voordeel geldt enkel als de laadpaal ook (semi-)publiek toegankelijk is voor derden of buurtbewoners, bijvoorbeeld op de parking van het bedrijf. Particuliere gebruikers betalen dan voor het opladen van hun elektrische wagen aan deze bedrijfslaadpalen.

Bron: Mobilitas





Wat is het nu, NEDC 2.0 of WLTP?

3 06 2021

De laatste tijd zijn er nogal wat wetteksten en voorstellen de revue gepasseerd. Maar wat ligt er nu echt op tafel vanaf 1 oktober 2021? Moeten we België nu de CO2 uitstoot volgens WLTP homologie gaan gebruiken of mogen we blijven kiezen?

Als algemeen fiscaal principe geldt tot op vandaag maar ook in de toekomst dat de fiscus enkel rekening houdt met de waarde(n) (NEDC 2.0 of WLTP) zoals deze vermeld zijn op het homologatie-attest (COC). Er wordt niet meer nagekeken welke waarde op het inschrijvingsformulier wordt vermeld. Op de nieuwe versie van dat elektronisch inschrijvingsformulier worden de CO2 waarden trouwens niet meer automatisch vermeld.

Tegelijk bevestigde de minister van financiën recent dat voor zover er nog twee waarden (NEDC 2.0 en WLTP) op het COC van het voertuig beschikbaar zijn, men mag kiezen tussen beiden en de laagste gebruiken in de fiscale formules ook voor de toekomst.

Concreet : De besteldatum of leveringsdatum van het voertuig heeft hierbij geen enkel belang zowel voor 2021 als voor 2022 en erna.

Er was voorheen sprake van de datum van 1 oktober maar dat voorstel is nu afgevoerd.

Anderzijds is het zo dat verschillende constructeurs hebben aangekondigd dat zij vanaf 1 juli 2021 starten met enkel de WLTP waarden te vermelden op het COC. Dit zal geleidelijk gebeuren. Er bestaat wel een uitzondering voor de PHEV voertuigen. De dubbele CO2 waarden (NEDC 2.0 of WLTP) zullen nog worden doorgegeven en vermeld worden op het COC tot einde 2022.

Concreet betekent dit dat er vanaf 1 juli 2021 een geleidelijk belastingverhoging zal plaatsvinden omdat de hogere WLTP waarde automatisch een hogere taxatie met zich mee brengt.

Dit heeft namelijk gevolgen voor de fiscale aftrekbaarheid, de CO2 bijdrage en het voordeel van alle aard.  Daarom kan het interessant zijn nu nog een stockwagen te kiezen met de twee waarden op het COC in plaats van een nieuwe te bestellen die mogelijks enkel over de WLTP waarde zal beschikken op het COC. Het fiscaal belang mag niet onderschat worden omdat de lagere NEDC 2.0 waarde mag gebruikt worden voor de volledige duur dat het voertuig op dezelfde persoon of vennootschap ingeschreven blijft.

Speciaal aandachtspunt geldt voor het gebruik van car configurators als deze nog de twee waarden (NEDC 2.0 of WLTP) toont, maar het voertuig achteraf enkel met de WLTP waarde wordt geleverd op het COC. Dit betekent dus een fiscaal risico betekenen.

Bron: Mobilitas





CO2 bijdrage voor bedrijfswagens verhoogt met 400% vanaf 2026 en met 550% vanaf 2027

2 06 2021

Emissievrije voertuigen bijna niet getroffen

De mediastorm rond de verlaging van de fiscale aftrekbaarheid voor niet C02 neutrale voertuigen tot nul uiterlijk in 2028, doet vergeten dat de regering op het vlak van de RSZ-bijdragen op bedrijfswagens belangrijke wijzigingen voorbereidt met een geleidelijke maar toch zeer uitgesproken verhoging van de CO2 bijdragen voor voertuigen die vanaf 1 juli 2023 worden besteld. Ook de minimumbijdrage wordt lichtjes verhoogd.

Huidige formule blijft gehandhaafd

Voor bedrijfsvoertuigen besteld vóór 1 juli 2023 zijn aangeschaft, geleased of gehuurd, wordt de bestaande berekeningsmethode gehandhaafd met uitzondering van de jaarlijkse indexatie.

Verhogingsfactor vanaf 1 juli 2023

Voor bedrijfsvoertuigen besteld vanaf 1 juli 2023 zal er voor bedrijfsvoertuigen met CO2 uitstoot, inclusief plug-in voertuigen, een verhogingsfactor worden toegepast op de berekende CO2-bijdrage die in de loop der jaren sterk stijgt.

  • C02 bijdrage x 2,25 vanaf 2023
  • C02 bijdrage x 2,75 vanaf 2025
  • C02 bijdrage x 4,00 vanaf 2026
  • C02 bijdrage x 5,50 vanaf 2027

De verhoging van de CO2 bijdrage vanaf 2026 met 400% en vanaf 2027 met 550% betekent concreet dat bedrijfswagens met CO2 uitstoot inclusief plug-in hybrides hun sociaal voordeel tegenover

een normale loonuitkering verliezen.

Ook de niet geïndexeerde minimum CO2 bijdrage (thans 20,83 euro x 1,3222 index 2021) wordt vanaf 2025 geleidelijk opgetrokken. De  verhogingsfactor voor de berekening van het minimum geldt reeds vanaf 2023.

Deze verhoging geldt zowel voor bedrijfsvoertuigen met CO2 uitstoot als voor CO2 neutrale voertuigen.

  • 20,83 euro x index x 2,25 vanaf 2023
  • 23,41 euro x index x 2,25 vanaf 2025
  • 25,99 euro x index x 2,75 vanaf 2026
  • 28,57 euro x index x 4,00 vanaf 2027
  • 31,15 euro x index x 5,50 vanaf 2028

Bovenstaande informatie betreft een wetsontwerp en is dus onder voorbehoud van wijzigingen en goedkeuring in het federaal Parlement.

Bron: Mobilitas





Zo ziet de toekomst van de CO2-taks er uit in België

25 05 2021

Hierna de stand van zaken van het wetsontwerp (stand 20 mei 2021)


Huidige formule blijft gehandhaafd
Voor bedrijfsvoertuigen die vóór 1 januari 2023 zijn gekocht, geleased of gehuurd, wordt de bestaande berekeningsmethode gehandhaafd met uitzondering van de jaarlijkse indexatie.


Verhogingsfactor vanaf 2023
Vanaf 1 januari 2023 zal de bestaande berekeningsmethode worden gehandhaafd, maar zal deze worden vermenigvuldigd met een verhogingsfactor die in de loop der jaren zal verhogen:
• Berekende bijdrage x 1,75 vanaf 1 januari 2023
• Berekende bijdrage x 2,25 vanaf 1 januari 2025
• Berekende bijdrage x 3,50 vanaf 1 januari 2026
• Berekende bijdrage x 4,75 vanaf 1 januari 2027


Lichte verhoging van de minimale basis CO2-bijdrage van 2023


Sinds de invoering van deze solidariteitsbijdrage geldt voor emissievrije voertuigen waaronder 100% elektrische voertuigen de minimumbijdrage.
De index voor het jaar 2021 bedraagt 1,3222. Daardoor bedraagt de minimumbijdrage vandaag 27,54 euro (20,83 x 1,3222).
Met ingang van 1 januari 2025 wordt het niet-geïndexeerde minimum jaarlijks als volgt verhoogd:
• Tot €23,41 vanaf 1 januari 2025
• Tot €25,99 vanaf 1 januari 2026
• Tot €28,57 vanaf 1 januari 2027
• Tot 31,15 euro vanaf 1 januari 2028.
Deze minimumbedragen zullen dus nog steeds moeten worden vermenigvuldigd met de indexering die jaarlijks wordt herzien om het exacte bedrag van de verschuldigde bijdrage te bepalen.


Met ingang van 1 januari 2026 : invoering bijzondere RSZ werkgeversbijdrage als vervanging van de CO2 bijdrage voor voertuigen met CO2-uitstoot


Het wetsvoorstel dat aan de Kamer zal worden voorgelegd, stelt bedrijfsvoertuigen met CO2-uitstoot die na 31 december 2025 worden gekocht, geleased of gehuurd, niet meer onderworpen
zullen zijn aan solidariteitsbijdrage maar aan een bijzondere RSZ werkgeversbijdrage. Vanaf 1 januari 2026 zal dus deze voertuigen een bijzondere werkgeversbijdrage van 38,07% verschuldigd zijn.
Deze uitkering wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de sociale rechten waaronder de pensioenrechten. De bijzondere werkgeversbijdrage van 38,07% betekent de facto dat dergelijke
bedrijfsvoertuigen op het vlak van RSZ hun voordeel ten opzicht van een klassiek loon verliezen.
Bedrijfsvoertuigen zonder CO2-uitstoot die na 31 december 2025 worden gekocht, geleased of gehuurd, worden vrijgesteld.

Bron ( kabinet financiën en diverse media). Mobilitas





Geen wijzigingen voor de toepassing van de NEDC 2.0 – WLTP methode

25 05 2021

In de allerlaatste versie (van vorige week) van het wetsontwerp van minister Van Peteghem werd de verplichte toepassing van de WLTP waarden in de fiscale formules vanaf 1 oktober 2021 niet meer weerhouden. Concreet betekent dit dat de huidige keuzemogelijkheid tussen NEDC 2.0 en WLTP behouden blijft voor zover beide waarden op het homologatieformulier vermeld zijn.

Hierdoor werd een belangrijke belastingverhoging voor werkgevers en werknemers voorlopig afgewend. Maar dit belet niet dat de belastingverhoging er uiteindelijk wel zal komen. Het melden van beide waarden is met uitzondering van de PHEV voertuigen sinds begin 2021 binnen Europa niet meer verplicht. Daarom zullen constructeurs en Belgische importeurs binnen afzienbare tijd geen voertuigen meer afleveren met de twee waarden op het homologatieformulier (COC). België is het laatste Europese land dat fiscaal nog werkt met NEDC 2.0 waarden. Enkele automerken hebben reeds aangekondigd om na deze zomer te stoppen met het melden van NEDC 2.0 waarden zodat de belastingverhoging, zij het via een sluipweg toch realiteit zal worden via de hogere WLTP waarde.

Dit kan bijvoorbeeld onverwachte gevolgen hebben voor een voertuig in bestelling waarbij de NEDC 2.0 waarde nog door de carconfigurator werd gemeld maar bij de levering niet meer op het homologatieattest verschijnt.

Bron ( kabinet financiën en diverse media).





WLTP-norm uitgesteld naar 1/10/2021

7 05 2021

Tegenover het voorstel van 20 april jl. (zie onze eerdere post) werden na bespreking met de regeringspartners, reeds enkele punten aangepast.

Het betreft de datum van overschakeling op WLTP. Deze was oorspronkelijk gepland voor 1 september 2021, maar werd voorlopig met een maand uitgesteld naar 1 oktober 2021.

Tweedehands bedrijfsvoertuigen onder NEDC 1.0, dus zonder WLTP waarde, die nog in de vloot zouden worden opgenomen vanaf 1 oktober 2021 zullen fiscaal bestraft worden.

 WLTP: voor welke voertuigen verplicht ?

Voor alle voertuigen (zowel nieuwe als tweedehandse wagens) die vanaf 1 oktober 2021 worden aangeschaft (aangekocht, geleased of gehuurd) wordt enkel nog de WLTP-waarde

beschouwd als fiscale CO2-waarde voor de toepassing van de federale fiscale formules in de inkomsten- en vennootschapsbelasting.

Om de rechtszekerheid te bewaren voorziet de fiscus een overgangsregeling. Voor de personenauto’s die reeds aangeschaft waren vóór 1 oktober 2021, blijft de vrije keuze tussen de NEDC 2.0-waarde

en de WLTP-waarde mogelijk. Het is van geen belang of de belastingplichtige reeds economisch eigenaar is van het voertuig 1 oktober 2021. Ook de op dat moment reeds bestelde, maar nog niet geleverde

personenauto’s zullen in aanmerking komen voor dit overgangsregime. Voor voertuigen in operationele renting (huurformule) is de datum van het afsluiten van het leasecontract bepalend.

WLTP en voordeel alle aard

Voor de berekening van het voordeel wordt de WLTP de norm voor alle voertuigen aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 oktober 2021.

Voor voertuigen waarvoor geen WLTP-uitstootwaarden gekend zijn, wordt de CO2-uitstoot forfaitair vastgesteld op 205 gr/km voor aandrijvingen op benzine-, LPG- of aardgas en op 195 gr/km voor diesels.

WLTP en fiscale aftrekbaarheid

Wanneer de WLTP-waarde niet gekend is, zou forfaitair en automatisch 200 gr/km worden toegepast.

De fiscus wil hierbij vanaf 1 oktober 2021 de ingebruikname ontmoedigen van tweedehands bedrijfswagen met verouderde uitstoot normen (NEDC 1.0).





WLTP norm vanaf september 2021 – brandstof voor slechts 50% aftrekbaar voor plug-in hybrides besteld vanaf 2023 – kleine bijsturing mobiliteitsbudget

23 04 2021

Intussen zijn meer fiscaal technische details bekend gemaakt ivm de plannen van federaal minister van financiën Vincent Van Peteghem in het kader van de vergroening van de bedrijfswagens.

  1. Algemene invoering van de WLTP-norm vanaf 1 september 2021 voor nieuw aangekochte en bestelde voertuigen

Enkel de WLTP-norm zal gelden in de fiscale formules voor “nieuwe” voertuigen die aangekocht of besteld worden vanaf 1/9/2021.

Deze regel zal ook gelden voor voertuigen waarvoor een leasecontract getekend wordt vanaf 1/9/2021.

In de praktijk betekent dit voor de meeste voertuigen wel een lichte belastingverhoging vermits er geen voorlopig geen sprake is om de formules aan te passen.

2. Klassieke brandstof slechts voor 50% aftrekbaar voor plug-in hybrides besteld vanaf 2023

Nieuwe plug-in hybrides die vanaf 1 januari 2023 worden besteld zullen hun klassieke brandstofkosten voor benzine of diesel

slechts voor 50% fiscaal kunnen aftrekken. De kosten voor het laden van elektriciteit zullen wel nog volgens de klassieke formule fiscaal aftrekbaar zijn.

In de praktijk betekent dit bijna altijd tussen 95%  en 100%.

3. Mobiliteitsbudget – kleine aanpassing in pijler 1

Om tegemoet te komen aan de hogere WLTP norm zal voor milieuvriendelijke voertuigen in pijler 1 een maximale uitstoot van 120 gr CO2/km

worden toegestaan volgens WLTP i.p.v. van de huidige 95 gr volgens NEDC. Dit kan het aanbod van voertuigen uitbreiden.

Let op: het gaat hier over plannen van de minster. Deze werden nog niet werden goedgekeurd binnen de voltallige regering. Het is wel te verwachten dat het gros van de maatregelen als aanvaardbaar zal worden bestempeld temeer daar er aan de principes van het voordeel alle aard en de CO2-bijdrage, niets lijkt te wijzigen.  Ook bij MOBIA, de koepelorganisatie van FEBIAC, RENTA en TRAXIO was te horen dat het ontwerp kon gesmaakt worden omdat het rechtszekerheid biedt en omdat het de bestaande vloot fiscaal niet beïnvloedt.

Bron: Mobilitas