VERGROENING VAN DE AUTOFISCALITEIT GOEDGEKEURD

6 12 2021

Wat moeten fleetmanagers weten voor hun komende bestellingen ?

Op woensdag 10 november 2021 werd de wetgeving rond de vergroening van de fiscaliteit voor bedrijfsvoertuigen door het federale Kamer goedgekeurd. De intentie is tweevoudig : fiscaal ontraden en de vergroening aanmoedigen. Wij overlopen de fiscale rode draad aangevuld met 6 praktische vragen en antwoorden.

OP WELKE FISCALE DOMEINEN WORDEN WIJZIGINGEN DOORGEVOERD ?

De nieuw goedgekeurde fiscale wetgeving heeft betrekking op bedrijfwagens, laadpalen en laadinfrastructuur en op het mobiliteitsbudget.

WELKE FISCALE PARAMETERS WIJZIGEN VOOR BEDRIJFSWAGENS ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op de aanpassing van twee fiscale parameters : de toekomstige fiscale aftrekbaarheid en de toekomstige berekening van de CO2-bijdrage van bedrijfswagens. Aan de formule van het voordeel van alle aard wordt behalve de jaarlijkse indexatie, niets gewijzigd. De nieuwe wetgeving brengt ook geen wijzigingen aan de regionale belastingen zoals de BIV en de verkeersbelasting.

VOOR WELKE VOERTUIGEN ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op personenwagens die als bedrijfswagens worden toegekend. Lichte vrachtwagens worden niet getroffen. Binnen de groep van personenwagens onderscheidt men twee groepen : enerzijds de CO2 neutrale voertuigen (= 100% elektrisch + waterstof) en anderzijds de andere voertuigen inclusief de plug-in voertuigen.

DATUM VAN BESTELLING IS BELANGRIJK

1) Niet CO2 neutrale voertuigen :

Voor bestellingen vóór 1 juli 2023 blijft de huidige fiscaliteit van de bedrijfswagens volledig behouden behoudens de jaarlijkse indexatie. Enkel voor plug-in hybrides besteld vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscale aftrek van fossiele brandstofkosten (meestal benzine) beperkt tot maximaal 50%.
Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt de maximale fiscale aftrekbaarheid beperkt vanaf 2025 tot 75% om te eindigen in 2028 op 0%. De CO2 bijdrage zal worden vermenigvuldig met een factor 2,25 vanaf 1 juli 2023 om geleidelijk te verhogen tot factor 5,5 vanaf 2027. Voor bestellingen vanaf 1 januari 2026 zal de fiscale aftrekbaarheid 0% bedragen.

2) CO2 neutrale voertuigen (100% elektrisch & waterstof)

Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt het minimum van de CO2 bijdragen vanaf 2025 licht verhoogd. Voor bestellingen vóór 1 januari 2027 blijft de huidige voordelige fiscaliteit behouden. Alle autokosten blijven voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor bestellingen na 1 januari 2027 wordt de fiscale aftrekbaarheid geleidelijk verlaagd van 100% naar 67,5% in 2031 afhankelijk van de datum van bestelling.

VERHOOGDE AFSCHRIJVING VOOR PUBLIEK TOEGANKELIJKE BEDRIJFSLAADPALEN

Voor bedrijven wordt de installatie van publiek toegankelijke laadstations op het bedrijfsterrein fiscaal aangemoedigd door het toekennen van een verhoogde afschrijving. Deze bedraagt 200% voor investeringen vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2022. In de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 wordt dit verlaagd tot 150%. Er zijn bijkomende voorwaarden :

1) De publiek toegankelijke laadpalen op het bedrijfsterrein moeten ten minste tijdens de openingsuren en/of sluitingsuren van de onderneming bereikbaarbaar zijn voor derden;

2) De controle van de locatie en van de beschikbaarheid van de laadpalen moet gebeuren door aanmelding bij de FOD Financiën of door vermelding op de website eafo.eu;

3) De laadpaal moet intelligent en stuurbaar zijn.

Dit betekent dat de laadtijd en het laadvermogen moeten aangestuurd kunnen worden door een energiebeheersysteem.

RAPPORTERINGSVERPLICHTING VOOR WERKGEVERS

De fiscus voorziet tegen 30 april 2026 een evaluatie van de impact van de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, met de focus op de gevolgen op de overheidsfinanciën. Aan de werkgevers zal worden gevraagd om de nodige gegevens te verstrekken aan de FOD financiën om de impact op:

1) het voordeel alle aard bij de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen;

2) de fiscale aftrekbaarheid van autokosten;

3) de brandstofaccijnzen;

4) en de btw te bepalen en deze data te rapporteren.

De modaliteiten van deze rapportering moeten nog bij Koninklijk Besluit worden bepaald en zijn nog niet opgenomen in de huidige wetgeving. Bij niet naleving zullen boetes worden toegepast.

VERSOEPELING MOBILITEITSBUDGET

Het langverwachte initiatief om het mobiliteitsbudget ingrijpend te wijzigen werd niet weerhouden maar er werden wel enkele belangrijke versoepelingen doorgevoerd die vanaf 1 januari 2022 van kracht worden. Het mobiliteitsbudget mag vanaf 1 januari 2022 ook worden aangewend voor de terugbetaling van :

  1. Uitgaven voor de stalling van een fiets, bromfiets en een elektrische motorfiets buiten de context van openbaar vervoer;
  2. Uitgaven voor beschermingsuitrusting en zichtbaarheid van de bestuurder en zijn passagier(s);
  3. Abonnementskosten voor het openbaar vervoer van de leden van het gezin die onder hetzelfde dak wonen;
  4. Parkingkosten binnen de context van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer;
  5. Kosten van voortbewegingstoestellen, waaronder ook de driewielige en vierwielige elektrische toestellen (L5e-A respectievelijk L7e-CP van de EU-Verordening 168/2013);
  6. Kosten voor de voetgangerspremie in (een deel van) de woon-werkverplaatsingen;
  7. Huisvestingskosten voor een woonplaats binnen een straal van 10 km van de normale plaats van tewerkstelling (zowel huurgelden, interesten als kapitaalaflossingen van “hypothecaire” leningen komen hiervoor in aanmerking).

Vanaf 2026 moeten alle gemotoriseerde voertuigen van de eerste pijler (bedrijfswagens) en van de tweede pijler (zachte mobiliteit, autodelen en autoverhuur met chauffeur) emissievrij zijn. De wachttijd voor werknemers werd afgeschaft. Er wordt een anti-misbruikbepaling ingevoerd waarbij het mobiliteitsbudget minimaal 3000,00 euro en maximaal een vijfde van het brutoloon mag bedragen met een absoluut maximum van 16.000,00 euro per kalenderjaar. Voor reeds bestaande mobiliteitsbudgetten zijn de grensbedragen pas vanaf 1 januari 2023 van toepassing.


Antwoorden op praktische vragen

Wordt de bedrijfswagen in mijn huidige wagenpark binnenkort minder aftrekbaar?

NEEN. Er wijzigt niets aan de fiscale formules voor bedrijfswagens die al rondrijden en evenmin voor personenwagens die besteld worden vóór 1 juli 2023. Niet-emissievrije auto’s besteld vanaf die datum zien hun aftrekbaarheid geleidelijk dalen naar nul in 2028. Niet-emissievrije bedrijfswagens die na 31 december 2025 worden besteld zijn vanaf dag 1 januari 2026 niet meer fiscaal aftrekbaar.

Tot hoelang zijn plug-in hybrides nog fiscaal interessant om te bestellen?

Als je ten laatste op 31 december 2022 bestelt behoudt het voertuig zijn huidige zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid. In de realiteit vaak tussen 96,3% en 100%. Bestel je hem op 1 januari 2023 of later dan is de aftrekbaarheid van de fossiele brandstofkosten beperkt tot maximaal 50 %. Wie een plug-in hybride op 1 juli 2023 of later bestelt moet rekening houden met een aftrekbaarheid van de alle autokosten inclusief elektriciteit die vanaf 2025 daalt naar 75 % en in 2026 naar 50 %. Vanaf 2027 daalt de fiscale aftrekbaarheid verder naar 25 % en in 2028 naar 0 %.

Geldt voor plug-in hybrides nog steeds de 50 gr/km-grens?

JA. Om niet beschouwd te worden als fake hybride moeten PHEV’s nog steeds aan dezelfde twee fiscale voorwaarden voldoen: over een verhouding bruto batterijcapaciteit/voertuiggewicht beschikken die na afronding minimaal 0.45 kWh per 100 kg bedraagt én minder dan 51 gr/km CO2 uitstoten. De WLTP-norm heeft intussen de NEDC 2.0 vervangen, maar plug-in hybrides mogen tot eind 2022 hun NEDC 2.0 waarde blijven gebruiken als die ook vermeld wordt op het homologatie attest. Concreet : het is toegelaten om de laagste waarde te gebruiken indien beide waarden (NEDC 2.0 en WLTP) op het homologatie-attest vermeld zijn. Die verplichting door de constructeur om beide waarden te melden geldt nog tot einde 2022.


Wijzigt de berekening van aan de BIV en de verkeersbelasting?

NEEN. Dit zijn regionale bevoegdheden. De Vlaamse verkeersbelasting en de BIV zijn al erg CO2-gefocust en pro-EV. De Waalse en Brusselse regionale autobelastingen niet maar deze regio’s wensen op termijn af te stappen van de huidige berekeningswijze om meer richting zero-emission te sturen. Hetzelfde geldt voor de BIV- en verkeersbelasting voor voertuigen ingeschreven door leasemaatschappijen, maar hierover wordt reeds jaren onderhandeld. De Waalse regering bereidt een milieuvriendelijkere tarifering voor van de verkeersbelasting met start in 2023 en kondigde aan om vanaf 1 januari 2022 de regels voor de inschrijving van lichte vrachtwagens te verstrengen.

Moeten lichte bedrijfsvoertuigen ook zero-emission zijn vanaf 2026?

NEEN. Voorlopig wijzigt er niets aan de fiscale regels rond lichte bedrijfsvoertuigen. De reden is dat ‘zero-emission’ tegen 2026 voor de meeste bedrijven onhaalbaar is voor hun bestelwagens en andere lichte vrachtvoertuigen. De technologie is nog niet voldoende geëvolueerd om elektrische LCV’s net zo inzetbaar te maken als diesel- of benzine-vans. Bestelwagens op waterstof zijn momenteel nog niet verkrijgbaar.

Zal de belasting op het voordeel van alle aard stijgen?

JA en NEEN. De basisformule blijft voorlopig ongewijzigd, maar de referentie-CO2-uitstoot zal jaar na jaar dalen naarmate er steeds meer plug-in hybrides en elektrische auto’s worden opgenomen in de berekening van het algemene vlootgemiddelde van het Belgisch wagenpark. Indien deze gemiddelde referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark daalt zal door de samenstelling van de formule het voordeel van alle aard verder stijgen.

Bron: Michel Willems (Mobilitas)





De Kamer stemt op 10 november over het wetsvoorstel “vergroening” van de bedrijfswagens | België

3 11 2021

Op basis van de actuele kalender van de Kamer zal het wetsvoorstel rond de vergroening van de bedrijfswagens in zijn versie van 26 oktober 2021 door de plenaire vergadering in de Kamer op woensdag 10 november 2021 worden goedgekeurd. De belangrijkste wijzigingen tegenover de vorige versie betreffen de aanpassingen van het mobiliteitsbudget op basis van de voorstellen van kamerlid Jef Van den Bergh. Voor de bedrijfsvoertuigen werden geen verdere fundamentele wijzigingen meer uitgevoerd ten opzichte van de vorige versie.

Aanpassing Mobiliteitsbudget

Volgende onderstaande aanpassingen aan het mobiliteitsbudget treden in werking vanaf 1 januari 2022:

Komen vanaf 1 januari 2022 ook in aanmerking voor uitgaven in pijler 2 van het mobiliteitsbudget :

  • kosten voor financiering (bijvoorbeeld fietsleningen), stallingkosten en kosten voor niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid verhogen bij zachte mobiliteit;
  • uitgaven voor “elektrische voortbewegingstoestellen”, zoals elektrische steps, worden gezien als zachte mobiliteit;
  • abonnementen voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden van de werknemer zullen in aanmerking komen;
  • parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer zullen ingebracht kunnen worden;
  • een voetgangerspremie voor het woon-werkverkeer wordt ook opgenomen in de tweede pijler;
  • vanaf 2026 moeten alle voertuigen die ingezet worden in het kader van pijler 2 emissievrij zijn.

Momenteel kunnen werknemers huisvestingskosten (intresten hypotheek- of huurlasten) inbrengen als zij binnen een straal van 5 km van hun werkplek wonen.

Deze actieradius wordt uitgebreid tot 10 km. Ook kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen tellen voortaan mee

Schrappen van de wachttijd

De wachttijd voor de werknemer wordt afgeschaft waardoor alle werknemers op hetzelfde tijdstip recht hebben op het mobiliteitsbudget. Het is dus niet meer nodig om gedurende een bepaalde periode een bedrijfswagen gehad te hebben of recht gehad te hebben op een bedrijfswagen.  Met andere woorden : vanaf het moment dat het recht op een bedrijfswagen ontstaat, kan een werknemer onmiddellijk voor het mobiliteitsbudget kiezen.

Opgelet ! de werknemer moet wel nog steeds recht hebben op een bedrijfswagen. De maatregel is dus geen uitbreiding naar werknemers die geen recht hebben op een bedrijfswagen.

Bron: Mobilitas





Aanpassingen mobiliteitsbudget 2021 voorlopig uitgesteld. Retro-activiteit van laadpaalinstallatie behouden.

23 09 2021

Op dinsdag 14 september diende de regering in de Kamer een update in van het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens.

Aanpassingen mobiliteitsbudget uitgesteld

Op dinsdag 14 september diende de regering in de Kamer een update in van het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens. Zoals reeds werd verwacht werden de wijzigingen inzake het mobiliteitsbudget voor 2021 niet meer weerhouden. Dit betekent concreet dat er voor dit jaar geen enkele aanpassing zal worden uitgevoerd en de huidige bestaande maatregelen voorlopig zullen blijven doorlopen.

Retro-activiteit voor semi-publieke laadpalen vanaf 1 september 2021

Uit de nieuwe versie van het wetsontwerp valt af te leiden dat de datum van “1 september 2021” voor investeringen door bedrijven in semi-publieke laadpalen en de daarbij horende bijzondere fiscale aftrek voorlopig werd behouden. Ook de fiscale voordelen voor particulieren die “vanaf 1 september 2021” in laadpalen investeren zou behouden blijven.

De verdere behandeling van het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel betreffende de vergroening van de bedrijfswagens zal nu binnen de parlementaire commissies verder worden behandeld. De juiste timing van de plenaire zitting in de Kamer is nog niet bekend. De periode eind oktober 2021 – eind november 2021 lijkt ons een realistische inschatting. Dit zal voornamelijk afhangen van de begrotingsbesprekingen en de nieuwe werkgelegenheidsmaatregelen die nu door de regering prioriteit krijgen.  

Ter herinnering 1 : Fiscaal voordeel laadpaal voor bedrijven.

Vanaf 1 september 2021 kunnen bedrijven een aanzienlijk belastingvoordeel halen uit hun investering in een laadpaal. Vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2023 kunnen ze rekenen op maar liefst 200% belastingaftrek. Van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 daalt het belastingvoordeel tot 150%. Het fiscale voordeel geldt enkel als de laadpaal ook (semi-)publiek toegankelijk is voor derden of buurtbewoners, bijvoorbeeld op de parking van het bedrijf. Particuliere gebruikers betalen dan voor het opladen van hun elektrische wagen aan deze bedrijfslaadpalen.

Bron: Mobilitas





Zo ziet de toekomst van de CO2-taks er uit in België

25 05 2021

Hierna de stand van zaken van het wetsontwerp (stand 20 mei 2021)


Huidige formule blijft gehandhaafd
Voor bedrijfsvoertuigen die vóór 1 januari 2023 zijn gekocht, geleased of gehuurd, wordt de bestaande berekeningsmethode gehandhaafd met uitzondering van de jaarlijkse indexatie.


Verhogingsfactor vanaf 2023
Vanaf 1 januari 2023 zal de bestaande berekeningsmethode worden gehandhaafd, maar zal deze worden vermenigvuldigd met een verhogingsfactor die in de loop der jaren zal verhogen:
• Berekende bijdrage x 1,75 vanaf 1 januari 2023
• Berekende bijdrage x 2,25 vanaf 1 januari 2025
• Berekende bijdrage x 3,50 vanaf 1 januari 2026
• Berekende bijdrage x 4,75 vanaf 1 januari 2027


Lichte verhoging van de minimale basis CO2-bijdrage van 2023


Sinds de invoering van deze solidariteitsbijdrage geldt voor emissievrije voertuigen waaronder 100% elektrische voertuigen de minimumbijdrage.
De index voor het jaar 2021 bedraagt 1,3222. Daardoor bedraagt de minimumbijdrage vandaag 27,54 euro (20,83 x 1,3222).
Met ingang van 1 januari 2025 wordt het niet-geïndexeerde minimum jaarlijks als volgt verhoogd:
• Tot €23,41 vanaf 1 januari 2025
• Tot €25,99 vanaf 1 januari 2026
• Tot €28,57 vanaf 1 januari 2027
• Tot 31,15 euro vanaf 1 januari 2028.
Deze minimumbedragen zullen dus nog steeds moeten worden vermenigvuldigd met de indexering die jaarlijks wordt herzien om het exacte bedrag van de verschuldigde bijdrage te bepalen.


Met ingang van 1 januari 2026 : invoering bijzondere RSZ werkgeversbijdrage als vervanging van de CO2 bijdrage voor voertuigen met CO2-uitstoot


Het wetsvoorstel dat aan de Kamer zal worden voorgelegd, stelt bedrijfsvoertuigen met CO2-uitstoot die na 31 december 2025 worden gekocht, geleased of gehuurd, niet meer onderworpen
zullen zijn aan solidariteitsbijdrage maar aan een bijzondere RSZ werkgeversbijdrage. Vanaf 1 januari 2026 zal dus deze voertuigen een bijzondere werkgeversbijdrage van 38,07% verschuldigd zijn.
Deze uitkering wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de sociale rechten waaronder de pensioenrechten. De bijzondere werkgeversbijdrage van 38,07% betekent de facto dat dergelijke
bedrijfsvoertuigen op het vlak van RSZ hun voordeel ten opzicht van een klassiek loon verliezen.
Bedrijfsvoertuigen zonder CO2-uitstoot die na 31 december 2025 worden gekocht, geleased of gehuurd, worden vrijgesteld.

Bron ( kabinet financiën en diverse media). Mobilitas





Het minimum voordeel van alle aard stijgt van 1.360 euro naar 1.370 euro voor 2021.

29 12 2020

De referentie uitstoot voor 2021 meldden we al eerder:

  • Diesel: 84 gr/km
  • Benzine, LPG en CNG: 102 gr/km

Nu is ook het minimum bedrag van het voordeel van alle aard bekend voor volgend jaar. Dit bedrag stijgt van 1360 naar 1370 Euro.

Even samenvatten, de formules voordelen van alle aard bedrijfswagens geldig voor het jaar 2021

  • diesel:   cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-84) x 0,1)] % x 6/7 x  ouderdomscoëfficiënt
  • benzine, LPG, aardgas :  cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-102) x 0,1)] % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt
  • elektrische voertuigen   :  cataloguswaarde x 4 % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt

Het minimum aan cataloguswaarde bedraagt steeds 4% en het maximum is 18%.

Bron: Mobilitas.





Aanpassing VAA vanaf 2022

19 11 2020

De laatste twee jaren steeg de referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark. Deze norm wordt ook gebruikt bij het berekenen van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens. Verrassend genoeg betekende de stijging van deze CO2 waarden dat het belastbaar voordeel reeds twee jaren na elkaar (2019 en 2020) licht daalde tegenover 2018. De formule was immers zo opgesteld dat de fiscus er vanuit ging dat de CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark jaarlijks zou dalen en de formule diende ervoor te zorgen dat die daling niet ten koste zou gaan van de schatkist. Door de aankoop van steeds meer benzine modellen en SUV’s, ook in het midden segment, steeg de gemiddelde CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark de laatste twee referentiejaren.

Dit betekende in de praktijk een daling van het voordeel van alle aard. De partij Ecolo-groen wilde echter vermijden dat deze daling zich in de toekomst nog zou voortzetten. Daarom besliste de commissie financiën op 17 november 2020 om vanaf 2022 de referentie-CO2-uitstootwaarde voor de berekening van het voordeel van alle aard (VAA) maximaal te beperken tot de waarden die voor 2020 gelden en verdere verhogingen niet in rekening te brengen mochten deze zich in de toekomst nog voordoen. Dit om te vermijden dat het voordeel van alle aard opnieuw zou dalen.

De referentiewaarden die geldig zijn voor 2020 bedragen 91 gram voor diesel motorisaties, inclusief diesel plug-in hybrides en 111 gram voor benzine motorisaties, inclusief fiscaal erkende benzine plug-in hybrides, full hybrides, LPG en CNG voertuigen. De nieuwe regeling moet wel nog gestemd worden in de Kamer in de plenaire vergadering, maar men verwacht geen wijzigingen.

Vanaf 2022 leidt stijging referentie co2 uitstoot niet meer tot verlaging VAA.

Bij het schrijven van dit artikel zijn de referentie co2 waardes voor 2021 nog niet bekend. Febiac heeft al wel bevestigd dat er weer sprake is van een stijging.

Bron: mobilitas (Michel Willems)





Herbevestiging van hervorming fiscaal regime van pick-ups met privé gebruik (Belgie)

13 10 2020

Vlaams minister van financiën en begroting Matthias Diependaele herbevestigt zijn intentie om het oneigenlijk gebruik van pick-ups fiscaal in te perken. In februari van dit jaar kondigde zijn kabinet een onderzoek aan naar het fiscaal regime van zogenoemde pick-ups. Nu het onderzoek is afgesloten start de minister het overleg met de gewesten en het federaal niveau.

De verkeersbelasting en de BIV zijn een regionale materie. De regeling inzake fiscale definitie van lichte vrachtwagen waartoe de pick-ups behoren, is een materie die geldt voor de drie Gewesten. De fiscale aftrekbaarheid wordt dan weer federaal geregeld door de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD financiën).

Luxe dubbele cabine pick-ups worden vaak privé gebruikt en zijn meestal uitgerust met zware benzine motoren, betalen geen BIV en genieten van een zeer lage verkeersbelasting van zo’n 150 euro en zijn in principe voor 100% fiscaal aftrekbaar. Zij zijn namelijk uitgesloten van de fiscale aftrekbeperking gebaseerd op de CO2-uitstoot zoals die geldt voor personenwagens. Nochtans hebben deze voertuigen vaak uitzonderlijk hoge CO2-waarden.

Om fiscale redenen is de interesse voor deze voertuigen opnieuw hoog. Vandaag brengen steeds meer merken opnieuw pick-up modellen op de markt. Uit recente statistieken blijkt dat de verkoop van pick-ups in Vlaanderen de laatste tien jaar met 300% gestegen is.

Het is met name de bedoeling om de bestaande fiscale voordelen van pick-ups enkel te behouden indien kan aangetoond worden dat zij uitsluitend voor beroepsdoeleinden worden ingezet. Verdere details werden nog niet bekendgemaakt. De maatregel zou enkel gelden voor nieuw aangekochte pick-ups en niet voor het rijdend park.

Bron: mobilitas





Mobiliteitsbudget door commissie financiën goedgekeurd

18 01 2019

De Kamercommissie Financiën heeft op woensdag 16 januari 2019 het mobiliteitsbudget goedgekeurd. Als in februari van dit jaar ook de Commissie Sociale zaken en de plenaire vergadering het licht op groen zetten kan het mobiliteitsbudget op 1 maart 2019 in werking treden. Hiermee komt mogelijks een einde aan de saga die reeds op 4 november 2013 begon en dus reeds meer dan 5 jaar aansleept. Op die dag organiseerde CD&V-Kamerleden Jef Van den Bergh en Griet Smaers samen met SD Worx een studiedag rond het mobiliteitsbudget als duurzame alternatief voor de bedrijfswagen. Kamerlid Jef Van den Bergh was uiteindelijk de hoofdindiener van dit wetsvoorstel. Bij de huidige regering in lopende zaken is er vandaag wel enig animo te bespeuren om het mobiliteitsbudget nog voor de verkiezingen van zondag 26 mei 2019 goed te keuren, desnoods ook met de steun van de NVA, zo is te horen.

Dankzij het mobiliteitsbudget kunnen werknemers het budget van hun huidige bedrijfswagen herinvesteren in 3 pijlers.  Ze hebben de keuze tussen een milieuvriendelijker model (pijler 1) en kunnen bijkomend kiezen tussen alternatieven zoals openbaar vervoer, fiets of zelfs dichter bij het werk gaan wonen (pijler 2). Zij kunnen ook een cash uitbetaling vragen (pijler 3) eventueel ook in combinatie met pijlers 1 en 2. Concreet kan een werknemer met een bedrijfswagen of wie daarvoor in aanmerking komt, jaarlijks een mobiliteitsbudget ter beschikking krijgen als de werkgever die heeft voorzien.

Dit budget stemt overeen met de totale (jaarlijkse) kost van de ingeruilde actuele bedrijfswagen. Het budget kan ook worden geherinvesteerd in alternatieve en duurzame vervoersmiddelen zoals een abonnement of ticket op het openbaar vervoer inclusief hogesnelheidstreinen, fiets, deelauto, werk- en waterbussen, taxiritten en korte termijnverhuur van een voertuig zonder chauffeur voor een maximumduur van 30 dagen. De herinvestering van het budget mag ook in huisvestingskosten als de werknemer dichter bij het werk gaat wonen in een straal van max. 5km van zijn werkplaats. Het saldo kan worden uitbetaald in cash. Daarop moeten er 38,07% sociale bijdragen worden betaald, maar geen belasting. Tegelijk worden ook enkele aanpassingen voorzien aan de regeling van cash for cars. De werkgever heeft geen enkele verplichting om het mobiliteitsbudget voor zijn werknemers in te voeren.

Mogelijke versoepeling CO2 grens

Tot voor enkele weken geleden was de grens om te herinvesteren in een milieuvriendelijk voertuig vastgelegd op 95 gram. Dit had wel tot gevolg dat de keuze uitermate beperkt was. Na heel wat kritiek van o.a. Febiac en Renta is nu te horen dat men zou bereid zijn voor de kalenderjaren 2019 en 2020 de CO2 -norm te versoepelen tot respectievelijk 105 gr en 100 gr per kilometer en dus pas vanaf 1 januari 2021 te verstrengen tot de initieel beoogde 95 gram per kilometer. Het is wachten of er op dat vlak nog amendementen worden ingediend alvorens de regeling door het parlement wordt goedgekeurd. Deze CO2 grens is niet van toepassing indien men investeert in een 100% elektrisch voertuig.

Bron: Mobilitas





Fiscus bevestigt gebruik van NEDC 2.0 waarden tot einde 2020 voor de berekening van het voordeel van alle aard. | België

16 01 2019

Er is nu meer rechtszekerheid gekomen rond het gebruik van de NEDC 2.0 waarde bij de berekening van het voordeel van alle aard. In een recente update van haar vraag & antwoord  (1) staat dit nu duidelijk te lezen op welke manier de NEDC 2.0 waarde nog tot einde 2020 mag gebruikt worden voor de berekening van het voordeel van alle aard.

Fiscale situering NEDC 2.0 en WLTP – stand van zaken

Sinds 1 september 2018 hebben alle als nieuw ingeschreven voertuigen een hogere officiële CO2-waarde als gevolg van de strengere WLTP homologatietest (2). Op papier kan dat leiden tot aanzienlijke belastingverhogingen omdat de autofiscaliteit in grote mate gebaseerd is op de officiële uitstootcijfers. Maar de minister stelde in het verleden gerust. De (intussen vervangen) minister van financiën Johan Van Overtveldt bevestigde op vraag van een brief van Febiac midden vorig jaar (2018) dat de fiscus nog zal blijven uitgaan van de zogenoemde teruggerekende NEDC 2.0 waarden voor de federale formules binnen de autofiscaliteit (2) . Hieronder verstaat men de CO2-solidariteitsbijdrage, het belastbaar voordeel van alle aard en de aftrekbeperking van autokosten in de vennootschapsbelasting. Dat gebeurt aan de hand van de officiële Europese correlatietool. De Europese wetgever bepaalde dat de CO2-uitstoot waarde gemeten volgens WLTP in elk geval moet meegedeeld worden en dat in elk geval tot einde 2020 dit moet gebeuren samen met een tweede cijfer dat een omrekening is naar de oude NEDC-waarden. De Europese Commissie werkte daartoe een correlatie-techniek uit die bindend is voor alle constructeurs. Deze omzet-oefening resulteerde in de NEDC 2.0 norm die het effect van WLTP in een overgangsfase moet verzachten en voor fiscale doeleinden kan worden gebruikt. Elk EU land kan zelf bepalen wanneer zij voor haar fiscale doeleinden de WLTP of de NEDC 2.0 wenst te gebruiken. Voor alle nieuw ingeschreven Belgische voertuigen (behalve stockwagens)  vanaf 1 september 2018 vermeldt het gelijkvormigheidsattest (of COC) beide waarden:

  • WLTP: terug te vinden onder vak 49.4
  • NEDC 2.0 (gecorreleerde NEDC): terug te vinden onder vak 49.1.

 

De Belgische RSZ liet in het najaar 2018 reeds weten dat men tot het einde van 2020 voor nieuwe wagens mag rekening houden met de CO2-uitstoot volgens NEDC 2.0.norm (3). Vanaf 2021 voorziet zij een vervanging door de corresponderende WLTP-waarde. Sinds kort gelden hiervoor de waarden voorzien op het gelijkvormigheidsattest als referentiepunt en niet zoals in het verleden de waarden vermeld op het inschrijvingsbewijs.

Update  FAQ-lijst voordelen van alle aard

In een recente update van de befaamde FAQ-lijst van de FOD Financiën rond de berekening van het voordeel van alle aard bij bedrijfswagens (1) geeft de fiscus zelf aan onder vraag nr. 41 welke CO2 waarde moet gebruikt worden en maakt een onderscheid tussen 2 situaties :

  • Voor voertuigen met 1 CO2-uitstootgehalte (NEDC 1.0)

Voor de vaststelling van het belastbaar voordeel van alle aard moet rekening worden gehouden met het CO2-uitstootgehalte van het betreffende voertuig zoals dat gekend is bij de dienst   voor inschrijving van de voertuigen (DIV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dit gegeven staat in principe vermeld op zowel het gelijkvormigheidsattest (‘gewogen, gecombineerde’ CO2-waarde   voor elektrisch oplaadbare voertuigen; ‘gecombineerde’ CO2-waarde voor andere aandrijvingen) als op het inschrijvingsbewijs van het voertuig.

Indien de waarde niet bekend is wordt de waarde als volgt forfaitair vastgesteld :

  • voertuigen aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor :  CO2-uitstoot =  205 gr/km;
  • voertuigen aangedreven door een dieselmotor, :  CO2-uitstoot =  195 gr/km;
  • Voor voertuigen met 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC 2.0)

Om na te gaan of een voertuig over 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC) beschikt, kan het gelijkvormigheidsattest van het voertuig worden geraadpleegd. Het gelijkvormigheidsattest van een voertuig met 2 CO2- uitstootgehaltes vermeldt namelijk zowel een tabel (code 49.1) met NEDC verbruiks- en CO2-waarden, als een tabel (code 49.4) met WLTP verbruiks- en CO2-waarden. Het inschrijvingsbewijs van het voertuig vermeldt daarentegen echter maar één waarde en verduidelijkt niet om welke waarde het gaat (WLTP of NEDC). Voor voertuigen met 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC 2.0), mag tot en met 31.12.2020 met de NEDC 2.0 waarde rekening worden gehouden voor de berekening van het voordeel van alle aard. Ook hier moet het gaan om de NEDC-waarde zoals die gekend is bij de DIV. In principe stemt die NEDC 2.0-waarde overeen met de NEDC-2.0 waarde vermeld in de tabel (code 49.1) van het gelijkvormigheidsattest van het voertuig (‘gewogen, gecombineerde’ CO2-waarde voor elektrisch oplaadbare voertuigen; ‘gecombineerde’ CO2-waarde voor andere aandrijvingen). Wanneer het gelijkvormigheidsattest CO2-uitstootgehaltes vermeldt, maar het inschrijvingsbewijs niet, en de DIV heeft geen enkel gegeven over de CO2-uitstootgehaltes, moet het CO2-uitstootgehalte van het betreffende voertuig voor de berekening van het voordeel van alle aard als volgt worden vastgesteld:

Indien de waarde niet bekend is wordt de waarde als volgt forfaitair vastgesteld :

  • voertuigen aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor :  CO2-uitstoot =  205 gr/km;
  • voertuigen aangedreven door een dieselmotor, :  CO2-uitstoot =  195 gr/km;

Vlaamse regeling WLTP & NEDC 2.0

Op niveau van de Vlaamse autofiscaliteit die de BIV en de verkeersbelasting omvat, liet minister van financiën Bart Tommelein in september 2017 reeds weten dat de NEDC 2.0 norm mag worden gebruikt in elk geval tot einde 2019.

(vraag om uitleg nr. 2750 J. Vandenbroucke en 2760 J. De Potter, 19 september 2017, Comm. Fin. Vl. Parl., C317, 9-14). In de wandelgangen is nu te horen dat die termijn mogelijks zou verlengd worden tot 30 juni 2020 of zelf tot einde 2020 om te vermijden dat er een verschil zou ontstaan tussen de federale formules en de regionale (Vlaamse) formules voor de fiscale toepassing van de NEDC 2.0 en WLTP waarden .

Regeling WLTP & NEDC 2.0 in het Brussels en Waals Gewest en voor leasingvoertuigen

Voor voertuigen ingeschreven in het Brussels of Waals Gewest en voor leasingvoertuigen ingeschreven op naam van een leasingmaatschappij heeft de WLTP & NEDC 2.0  regeling op de berekening van de BIV en de verkeersbelasting voorlopig geen invloed. Deze is nog steeds gebaseerd op fiscale pk’s en op het vermogen in kilowatt. De CO2-uitstoot heeft hier dus geen belang.

 

Carpolicy

Wellicht is dit het moment om uw car policy aan een review te onderwerpen. Zeker indien deze gekoppeld is aan een maximale CO2-waarde. WLTP en de daaraan gekoppelde NEDC 2.0 waarde verhoogt de uitstootcijfers gemiddeld met 10 gram. Voor sommige modellen kan dit echter hoger zijn. Zonder aanpassing van de car policy dreigen bepaalde voertuigen de selectielijst niet meer te halen.

 

Voetnoten :

(1) De befaamde FAQ-lijst van FOD Financiën voordelen van alle aard is recent aangepast. Vraag nr. 41.

https://financien.belgium.be/sites/default/files/downloads/121-faq-bedrijfswagens-2019-versie17.pdf

(2) Test Procedure) (verordening (EU) 2017/1151 van 1 juni 2017, PB EU L 175, 7 juli 2017, 1; http://wltpfacts.eu)

(3) RSZ – directie reglementering – mail van 26 september 2018 volgend op de nota FEBIAC betreffende inschrijving en fiscaliteit van lichte voertuigen van 16 augustus 2018.

Bron: Mobilitas





Hervorming groene Brusselse autofiscaliteit en taxatie op leasingvoertuigen (BIV & verkeersbelasting) opnieuw uitgesteld.

21 11 2018

Hervorming groene Brusselse autofiscaliteit en taxatie op leasingvoertuigen (BIV & verkeersbelasting) opnieuw uitgesteld.

1 januari 2019 komt snel dichterbij voor de Brusselse Gewestregering. Dat is ook het moment waarop zij de autobelastingen zelf zal innen. Maar de veelbesproken hervorming van de autofiscaliteit komt er voorlopig niet en is bijna zeker uitgesteld tot de volgende legislatuur. Voor autobezitters en eigenaars van leasingvoertuigen ingeschreven in het Brussels Gewest blijft dus voorlopig alles bij het oude. Enkel het briefhoofd van het aanslagbiljet zal wijzigen : van de FOD Financiën naar Brussel Fiscaliteit. Dat betekent vandaag concreet dat wie in het Brussels Gewest met een vervuilende auto rondrijdt niet meer betaalt aan belastingen dan de eigenaar van een gloednieuwe propere leasingauto. Voor een groenere Brusselse autofiscaliteit gebaseerd op CO2-uitstoot, Euronorm en andere poluenten zoals NOx en fijnstofpartikels is het nog even wachten. Met de invoering van een Lage Emissie Zone (LEZ) heeft de Brusselse regering wel een eerste voorzichtige stap gezet maar de LEZ wordt maar zeer geleidelijk ingevoerd. Tot einde 2019 hebben dieselvoertuigen met EURO3 (dus zonder verplichte roetpartikelfilter) nog steeds vrije toegang tot de Brusselse zone. Voor benzine, LPG en CNG voertuigen geldt de vrije toegang nog tot einde 2024 indien zij minstens aan de EURO2 norm voldoen. In Antwerpen zijn de regels veel strenger. Anderzijds bereikte de Brusselse regering einde mei 2018, mede door toedoen van minister van Leefmilieu Céline Fremault, een princiepsakkoord om tegen 2030 een volledige dieselban in te voeren, al temperde Minister-president Rudi Vervoort het enthousiasme dat een volledige dieselban nog niet verworven is. De LEZ wijzigt ook niets aan de totale autodruk.

Uitstel voor groenere BIV en verkeersbelasting

Concreet betekent het uitstel van de Brussels regering dat de hervorming van BIV (Belasting voor Inverkeerstelling) en de VB (Verkeersbelasting) in 2019 niet zal worden uitgevoerd en wordt verschoven naar de volgende legislatuur. Wellicht zal dan ook een koppeling worden gemaakt met het inter-federaal akkoord over de slimme kilometerheffing. De BIV en de verkeersbelasting zullen, zoals reeds enkele decennia lang, voorlopig verder berekend worden op basis van de fiscale Pk’s en het vermogen in kilowatt van het voertuig. In het kader van de aangekondigde fiscale hervorming stelde Brussels minister van Financiën Guy Vanhengel een groep van experten aan die in mei 2018 haar voorstel kwam toelichten voor het Brussels Parlement. Maar er was wel enige kritiek te horen. De huidige verschuiving van de voorgestelde fiscale hervorming naar de toekomst is deels te wijten aan de ondoorzichtige formules die vrij eenzijdig de focus legden op luchtkwaliteit en het onzorgvuldig gebruik van euronormen en diesel/benzine-framing en een CO2-verrekening die uiteindelijk weinig verschil maakte. Het vermogen van het voertuig was een criterium dat niet werd gebruikt met vaak perverse fiscale gevolgen. Luxe-voertuigen met krachtige motoren betaalden in de voorgestelde regeling plots veel minder dan oudere kleine dieselvoertuigen. De kritiek dat geen rekening werd gehouden met sociale correcties was steeds luider te horen. Een nieuwe Maserati die onder het nieuwe stelsel lager zou worden getaxeerd dan een 8 jaar oude kleine diesel was hiervan een treffend voorbeeld. In navolging van Vlaanderen stelde de expertengroep ook voor om elektrische, plug-hybride en CNG-auto’s voor een minimale periode van vijf jaar vrij te stellen van taxatie. Maar ook dat stuitte op enig verzet. Indien milieuvriendelijke auto’s te snel zouden doorbreken dreigde het Brussel Gewest te veel inkomsten te verliezen. In 2016 brachten BIV en verkeersbelasting meer dan 180 miljoen euro op.

Leasingvoertuigen

Bijna alle Belgische erkende autoleasingmaatschappijen hebben hun maatschappelijke zetel binnen het Brussel Gewest. Dit betekent dat zij bij inschrijving van een voertuig op hun naam ook aan dezelfde taxatie inzake BIV en verkeersbelasting onderworpen zijn. Een aanpassing van de huidige regeling zou dan ook meteen een wijziging in taxatie voor honderdduizenden leasingvoertuigen hebben betekend. Bij de regionalisering van de autofiscaliteit (BIV en verkeersbelasting) werd destijds beslist dat de oude federale regeling, die nu overeenkomt met deze van het Brussels Gewest, voorlopig zou behouden blijven voor leasewagens om fiscale concurrentie tussen Gewesten te vermijden. Daarom dient vooraf nog een samenwerkingsakkoord te worden gesloten tussen de huidige drie Gewesten alvorens de gewestelijke fiscale taxatieformules voor leasingvoertuigen kunnen gewijzigd worden. Een bijkomende reden dus dat de hervorming van de autobelastingen in het Brussels Gewest nog enige tijd zal nodig hebben om effectief in werking te treden. Concreet zullen de huidige berekeningsregels voor BIV en verkeersbelasting gebaseerd op fiscale Pk’s en vermogen in kilowatt nog een tijdje verder behouden blijven voor leasingvoertuigen ingeschreven op naam van een erkende autoleasingmaatschappij.

Bron: Mobilitas