Wat moeten fleetmanagers weten voor hun komende bestellingen ?
Op woensdag 10 november 2021 werd de wetgeving rond de vergroening van de fiscaliteit voor bedrijfsvoertuigen door het federale Kamer goedgekeurd. De intentie is tweevoudig : fiscaal ontraden en de vergroening aanmoedigen. Wij overlopen de fiscale rode draad aangevuld met 6 praktische vragen en antwoorden.
OP WELKE FISCALE DOMEINEN WORDEN WIJZIGINGEN DOORGEVOERD ?
De nieuw goedgekeurde fiscale wetgeving heeft betrekking op bedrijfwagens, laadpalen en laadinfrastructuur en op het mobiliteitsbudget.
WELKE FISCALE PARAMETERS WIJZIGEN VOOR BEDRIJFSWAGENS ?
De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op de aanpassing van twee fiscale parameters : de toekomstige fiscale aftrekbaarheid en de toekomstige berekening van de CO2-bijdrage van bedrijfswagens. Aan de formule van het voordeel van alle aard wordt behalve de jaarlijkse indexatie, niets gewijzigd. De nieuwe wetgeving brengt ook geen wijzigingen aan de regionale belastingen zoals de BIV en de verkeersbelasting.
VOOR WELKE VOERTUIGEN ?
De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op personenwagens die als bedrijfswagens worden toegekend. Lichte vrachtwagens worden niet getroffen. Binnen de groep van personenwagens onderscheidt men twee groepen : enerzijds de CO2 neutrale voertuigen (= 100% elektrisch + waterstof) en anderzijds de andere voertuigen inclusief de plug-in voertuigen.
DATUM VAN BESTELLING IS BELANGRIJK
1) Niet CO2 neutrale voertuigen :
Voor bestellingen vóór 1 juli 2023 blijft de huidige fiscaliteit van de bedrijfswagens volledig behouden behoudens de jaarlijkse indexatie. Enkel voor plug-in hybrides besteld vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscale aftrek van fossiele brandstofkosten (meestal benzine) beperkt tot maximaal 50%.
Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt de maximale fiscale aftrekbaarheid beperkt vanaf 2025 tot 75% om te eindigen in 2028 op 0%. De CO2 bijdrage zal worden vermenigvuldig met een factor 2,25 vanaf 1 juli 2023 om geleidelijk te verhogen tot factor 5,5 vanaf 2027. Voor bestellingen vanaf 1 januari 2026 zal de fiscale aftrekbaarheid 0% bedragen.
2) CO2 neutrale voertuigen (100% elektrisch & waterstof)
Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt het minimum van de CO2 bijdragen vanaf 2025 licht verhoogd. Voor bestellingen vóór 1 januari 2027 blijft de huidige voordelige fiscaliteit behouden. Alle autokosten blijven voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor bestellingen na 1 januari 2027 wordt de fiscale aftrekbaarheid geleidelijk verlaagd van 100% naar 67,5% in 2031 afhankelijk van de datum van bestelling.
VERHOOGDE AFSCHRIJVING VOOR PUBLIEK TOEGANKELIJKE BEDRIJFSLAADPALEN
Voor bedrijven wordt de installatie van publiek toegankelijke laadstations op het bedrijfsterrein fiscaal aangemoedigd door het toekennen van een verhoogde afschrijving. Deze bedraagt 200% voor investeringen vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2022. In de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 wordt dit verlaagd tot 150%. Er zijn bijkomende voorwaarden :
1) De publiek toegankelijke laadpalen op het bedrijfsterrein moeten ten minste tijdens de openingsuren en/of sluitingsuren van de onderneming bereikbaarbaar zijn voor derden;
2) De controle van de locatie en van de beschikbaarheid van de laadpalen moet gebeuren door aanmelding bij de FOD Financiën of door vermelding op de website eafo.eu;
3) De laadpaal moet intelligent en stuurbaar zijn.
Dit betekent dat de laadtijd en het laadvermogen moeten aangestuurd kunnen worden door een energiebeheersysteem.
RAPPORTERINGSVERPLICHTING VOOR WERKGEVERS
De fiscus voorziet tegen 30 april 2026 een evaluatie van de impact van de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, met de focus op de gevolgen op de overheidsfinanciën. Aan de werkgevers zal worden gevraagd om de nodige gegevens te verstrekken aan de FOD financiën om de impact op:
1) het voordeel alle aard bij de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen;
2) de fiscale aftrekbaarheid van autokosten;
3) de brandstofaccijnzen;
4) en de btw te bepalen en deze data te rapporteren.
De modaliteiten van deze rapportering moeten nog bij Koninklijk Besluit worden bepaald en zijn nog niet opgenomen in de huidige wetgeving. Bij niet naleving zullen boetes worden toegepast.
VERSOEPELING MOBILITEITSBUDGET
Het langverwachte initiatief om het mobiliteitsbudget ingrijpend te wijzigen werd niet weerhouden maar er werden wel enkele belangrijke versoepelingen doorgevoerd die vanaf 1 januari 2022 van kracht worden. Het mobiliteitsbudget mag vanaf 1 januari 2022 ook worden aangewend voor de terugbetaling van :
- Uitgaven voor de stalling van een fiets, bromfiets en een elektrische motorfiets buiten de context van openbaar vervoer;
- Uitgaven voor beschermingsuitrusting en zichtbaarheid van de bestuurder en zijn passagier(s);
- Abonnementskosten voor het openbaar vervoer van de leden van het gezin die onder hetzelfde dak wonen;
- Parkingkosten binnen de context van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer;
- Kosten van voortbewegingstoestellen, waaronder ook de driewielige en vierwielige elektrische toestellen (L5e-A respectievelijk L7e-CP van de EU-Verordening 168/2013);
- Kosten voor de voetgangerspremie in (een deel van) de woon-werkverplaatsingen;
- Huisvestingskosten voor een woonplaats binnen een straal van 10 km van de normale plaats van tewerkstelling (zowel huurgelden, interesten als kapitaalaflossingen van “hypothecaire” leningen komen hiervoor in aanmerking).
Vanaf 2026 moeten alle gemotoriseerde voertuigen van de eerste pijler (bedrijfswagens) en van de tweede pijler (zachte mobiliteit, autodelen en autoverhuur met chauffeur) emissievrij zijn. De wachttijd voor werknemers werd afgeschaft. Er wordt een anti-misbruikbepaling ingevoerd waarbij het mobiliteitsbudget minimaal 3000,00 euro en maximaal een vijfde van het brutoloon mag bedragen met een absoluut maximum van 16.000,00 euro per kalenderjaar. Voor reeds bestaande mobiliteitsbudgetten zijn de grensbedragen pas vanaf 1 januari 2023 van toepassing.
Antwoorden op praktische vragen
Wordt de bedrijfswagen in mijn huidige wagenpark binnenkort minder aftrekbaar?
NEEN. Er wijzigt niets aan de fiscale formules voor bedrijfswagens die al rondrijden en evenmin voor personenwagens die besteld worden vóór 1 juli 2023. Niet-emissievrije auto’s besteld vanaf die datum zien hun aftrekbaarheid geleidelijk dalen naar nul in 2028. Niet-emissievrije bedrijfswagens die na 31 december 2025 worden besteld zijn vanaf dag 1 januari 2026 niet meer fiscaal aftrekbaar.
Tot hoelang zijn plug-in hybrides nog fiscaal interessant om te bestellen?
Als je ten laatste op 31 december 2022 bestelt behoudt het voertuig zijn huidige zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid. In de realiteit vaak tussen 96,3% en 100%. Bestel je hem op 1 januari 2023 of later dan is de aftrekbaarheid van de fossiele brandstofkosten beperkt tot maximaal 50 %. Wie een plug-in hybride op 1 juli 2023 of later bestelt moet rekening houden met een aftrekbaarheid van de alle autokosten inclusief elektriciteit die vanaf 2025 daalt naar 75 % en in 2026 naar 50 %. Vanaf 2027 daalt de fiscale aftrekbaarheid verder naar 25 % en in 2028 naar 0 %.
Geldt voor plug-in hybrides nog steeds de 50 gr/km-grens?
JA. Om niet beschouwd te worden als fake hybride moeten PHEV’s nog steeds aan dezelfde twee fiscale voorwaarden voldoen: over een verhouding bruto batterijcapaciteit/voertuiggewicht beschikken die na afronding minimaal 0.45 kWh per 100 kg bedraagt én minder dan 51 gr/km CO2 uitstoten. De WLTP-norm heeft intussen de NEDC 2.0 vervangen, maar plug-in hybrides mogen tot eind 2022 hun NEDC 2.0 waarde blijven gebruiken als die ook vermeld wordt op het homologatie attest. Concreet : het is toegelaten om de laagste waarde te gebruiken indien beide waarden (NEDC 2.0 en WLTP) op het homologatie-attest vermeld zijn. Die verplichting door de constructeur om beide waarden te melden geldt nog tot einde 2022.
Wijzigt de berekening van aan de BIV en de verkeersbelasting?
NEEN. Dit zijn regionale bevoegdheden. De Vlaamse verkeersbelasting en de BIV zijn al erg CO2-gefocust en pro-EV. De Waalse en Brusselse regionale autobelastingen niet maar deze regio’s wensen op termijn af te stappen van de huidige berekeningswijze om meer richting zero-emission te sturen. Hetzelfde geldt voor de BIV- en verkeersbelasting voor voertuigen ingeschreven door leasemaatschappijen, maar hierover wordt reeds jaren onderhandeld. De Waalse regering bereidt een milieuvriendelijkere tarifering voor van de verkeersbelasting met start in 2023 en kondigde aan om vanaf 1 januari 2022 de regels voor de inschrijving van lichte vrachtwagens te verstrengen.
Moeten lichte bedrijfsvoertuigen ook zero-emission zijn vanaf 2026?
NEEN. Voorlopig wijzigt er niets aan de fiscale regels rond lichte bedrijfsvoertuigen. De reden is dat ‘zero-emission’ tegen 2026 voor de meeste bedrijven onhaalbaar is voor hun bestelwagens en andere lichte vrachtvoertuigen. De technologie is nog niet voldoende geëvolueerd om elektrische LCV’s net zo inzetbaar te maken als diesel- of benzine-vans. Bestelwagens op waterstof zijn momenteel nog niet verkrijgbaar.
Zal de belasting op het voordeel van alle aard stijgen?
JA en NEEN. De basisformule blijft voorlopig ongewijzigd, maar de referentie-CO2-uitstoot zal jaar na jaar dalen naarmate er steeds meer plug-in hybrides en elektrische auto’s worden opgenomen in de berekening van het algemene vlootgemiddelde van het Belgisch wagenpark. Indien deze gemiddelde referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark daalt zal door de samenstelling van de formule het voordeel van alle aard verder stijgen.
Bron: Michel Willems (Mobilitas)