VERGROENING VAN DE AUTOFISCALITEIT GOEDGEKEURD

6 12 2021

Wat moeten fleetmanagers weten voor hun komende bestellingen ?

Op woensdag 10 november 2021 werd de wetgeving rond de vergroening van de fiscaliteit voor bedrijfsvoertuigen door het federale Kamer goedgekeurd. De intentie is tweevoudig : fiscaal ontraden en de vergroening aanmoedigen. Wij overlopen de fiscale rode draad aangevuld met 6 praktische vragen en antwoorden.

OP WELKE FISCALE DOMEINEN WORDEN WIJZIGINGEN DOORGEVOERD ?

De nieuw goedgekeurde fiscale wetgeving heeft betrekking op bedrijfwagens, laadpalen en laadinfrastructuur en op het mobiliteitsbudget.

WELKE FISCALE PARAMETERS WIJZIGEN VOOR BEDRIJFSWAGENS ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op de aanpassing van twee fiscale parameters : de toekomstige fiscale aftrekbaarheid en de toekomstige berekening van de CO2-bijdrage van bedrijfswagens. Aan de formule van het voordeel van alle aard wordt behalve de jaarlijkse indexatie, niets gewijzigd. De nieuwe wetgeving brengt ook geen wijzigingen aan de regionale belastingen zoals de BIV en de verkeersbelasting.

VOOR WELKE VOERTUIGEN ?

De nieuwe wetgeving heeft enkel betrekking op personenwagens die als bedrijfswagens worden toegekend. Lichte vrachtwagens worden niet getroffen. Binnen de groep van personenwagens onderscheidt men twee groepen : enerzijds de CO2 neutrale voertuigen (= 100% elektrisch + waterstof) en anderzijds de andere voertuigen inclusief de plug-in voertuigen.

DATUM VAN BESTELLING IS BELANGRIJK

1) Niet CO2 neutrale voertuigen :

Voor bestellingen vóór 1 juli 2023 blijft de huidige fiscaliteit van de bedrijfswagens volledig behouden behoudens de jaarlijkse indexatie. Enkel voor plug-in hybrides besteld vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscale aftrek van fossiele brandstofkosten (meestal benzine) beperkt tot maximaal 50%.
Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt de maximale fiscale aftrekbaarheid beperkt vanaf 2025 tot 75% om te eindigen in 2028 op 0%. De CO2 bijdrage zal worden vermenigvuldig met een factor 2,25 vanaf 1 juli 2023 om geleidelijk te verhogen tot factor 5,5 vanaf 2027. Voor bestellingen vanaf 1 januari 2026 zal de fiscale aftrekbaarheid 0% bedragen.

2) CO2 neutrale voertuigen (100% elektrisch & waterstof)

Voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 wordt het minimum van de CO2 bijdragen vanaf 2025 licht verhoogd. Voor bestellingen vóór 1 januari 2027 blijft de huidige voordelige fiscaliteit behouden. Alle autokosten blijven voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor bestellingen na 1 januari 2027 wordt de fiscale aftrekbaarheid geleidelijk verlaagd van 100% naar 67,5% in 2031 afhankelijk van de datum van bestelling.

VERHOOGDE AFSCHRIJVING VOOR PUBLIEK TOEGANKELIJKE BEDRIJFSLAADPALEN

Voor bedrijven wordt de installatie van publiek toegankelijke laadstations op het bedrijfsterrein fiscaal aangemoedigd door het toekennen van een verhoogde afschrijving. Deze bedraagt 200% voor investeringen vanaf 1 september 2021 tot 31 december 2022. In de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 wordt dit verlaagd tot 150%. Er zijn bijkomende voorwaarden :

1) De publiek toegankelijke laadpalen op het bedrijfsterrein moeten ten minste tijdens de openingsuren en/of sluitingsuren van de onderneming bereikbaarbaar zijn voor derden;

2) De controle van de locatie en van de beschikbaarheid van de laadpalen moet gebeuren door aanmelding bij de FOD Financiën of door vermelding op de website eafo.eu;

3) De laadpaal moet intelligent en stuurbaar zijn.

Dit betekent dat de laadtijd en het laadvermogen moeten aangestuurd kunnen worden door een energiebeheersysteem.

RAPPORTERINGSVERPLICHTING VOOR WERKGEVERS

De fiscus voorziet tegen 30 april 2026 een evaluatie van de impact van de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, met de focus op de gevolgen op de overheidsfinanciën. Aan de werkgevers zal worden gevraagd om de nodige gegevens te verstrekken aan de FOD financiën om de impact op:

1) het voordeel alle aard bij de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen;

2) de fiscale aftrekbaarheid van autokosten;

3) de brandstofaccijnzen;

4) en de btw te bepalen en deze data te rapporteren.

De modaliteiten van deze rapportering moeten nog bij Koninklijk Besluit worden bepaald en zijn nog niet opgenomen in de huidige wetgeving. Bij niet naleving zullen boetes worden toegepast.

VERSOEPELING MOBILITEITSBUDGET

Het langverwachte initiatief om het mobiliteitsbudget ingrijpend te wijzigen werd niet weerhouden maar er werden wel enkele belangrijke versoepelingen doorgevoerd die vanaf 1 januari 2022 van kracht worden. Het mobiliteitsbudget mag vanaf 1 januari 2022 ook worden aangewend voor de terugbetaling van :

  1. Uitgaven voor de stalling van een fiets, bromfiets en een elektrische motorfiets buiten de context van openbaar vervoer;
  2. Uitgaven voor beschermingsuitrusting en zichtbaarheid van de bestuurder en zijn passagier(s);
  3. Abonnementskosten voor het openbaar vervoer van de leden van het gezin die onder hetzelfde dak wonen;
  4. Parkingkosten binnen de context van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer;
  5. Kosten van voortbewegingstoestellen, waaronder ook de driewielige en vierwielige elektrische toestellen (L5e-A respectievelijk L7e-CP van de EU-Verordening 168/2013);
  6. Kosten voor de voetgangerspremie in (een deel van) de woon-werkverplaatsingen;
  7. Huisvestingskosten voor een woonplaats binnen een straal van 10 km van de normale plaats van tewerkstelling (zowel huurgelden, interesten als kapitaalaflossingen van “hypothecaire” leningen komen hiervoor in aanmerking).

Vanaf 2026 moeten alle gemotoriseerde voertuigen van de eerste pijler (bedrijfswagens) en van de tweede pijler (zachte mobiliteit, autodelen en autoverhuur met chauffeur) emissievrij zijn. De wachttijd voor werknemers werd afgeschaft. Er wordt een anti-misbruikbepaling ingevoerd waarbij het mobiliteitsbudget minimaal 3000,00 euro en maximaal een vijfde van het brutoloon mag bedragen met een absoluut maximum van 16.000,00 euro per kalenderjaar. Voor reeds bestaande mobiliteitsbudgetten zijn de grensbedragen pas vanaf 1 januari 2023 van toepassing.


Antwoorden op praktische vragen

Wordt de bedrijfswagen in mijn huidige wagenpark binnenkort minder aftrekbaar?

NEEN. Er wijzigt niets aan de fiscale formules voor bedrijfswagens die al rondrijden en evenmin voor personenwagens die besteld worden vóór 1 juli 2023. Niet-emissievrije auto’s besteld vanaf die datum zien hun aftrekbaarheid geleidelijk dalen naar nul in 2028. Niet-emissievrije bedrijfswagens die na 31 december 2025 worden besteld zijn vanaf dag 1 januari 2026 niet meer fiscaal aftrekbaar.

Tot hoelang zijn plug-in hybrides nog fiscaal interessant om te bestellen?

Als je ten laatste op 31 december 2022 bestelt behoudt het voertuig zijn huidige zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid. In de realiteit vaak tussen 96,3% en 100%. Bestel je hem op 1 januari 2023 of later dan is de aftrekbaarheid van de fossiele brandstofkosten beperkt tot maximaal 50 %. Wie een plug-in hybride op 1 juli 2023 of later bestelt moet rekening houden met een aftrekbaarheid van de alle autokosten inclusief elektriciteit die vanaf 2025 daalt naar 75 % en in 2026 naar 50 %. Vanaf 2027 daalt de fiscale aftrekbaarheid verder naar 25 % en in 2028 naar 0 %.

Geldt voor plug-in hybrides nog steeds de 50 gr/km-grens?

JA. Om niet beschouwd te worden als fake hybride moeten PHEV’s nog steeds aan dezelfde twee fiscale voorwaarden voldoen: over een verhouding bruto batterijcapaciteit/voertuiggewicht beschikken die na afronding minimaal 0.45 kWh per 100 kg bedraagt én minder dan 51 gr/km CO2 uitstoten. De WLTP-norm heeft intussen de NEDC 2.0 vervangen, maar plug-in hybrides mogen tot eind 2022 hun NEDC 2.0 waarde blijven gebruiken als die ook vermeld wordt op het homologatie attest. Concreet : het is toegelaten om de laagste waarde te gebruiken indien beide waarden (NEDC 2.0 en WLTP) op het homologatie-attest vermeld zijn. Die verplichting door de constructeur om beide waarden te melden geldt nog tot einde 2022.


Wijzigt de berekening van aan de BIV en de verkeersbelasting?

NEEN. Dit zijn regionale bevoegdheden. De Vlaamse verkeersbelasting en de BIV zijn al erg CO2-gefocust en pro-EV. De Waalse en Brusselse regionale autobelastingen niet maar deze regio’s wensen op termijn af te stappen van de huidige berekeningswijze om meer richting zero-emission te sturen. Hetzelfde geldt voor de BIV- en verkeersbelasting voor voertuigen ingeschreven door leasemaatschappijen, maar hierover wordt reeds jaren onderhandeld. De Waalse regering bereidt een milieuvriendelijkere tarifering voor van de verkeersbelasting met start in 2023 en kondigde aan om vanaf 1 januari 2022 de regels voor de inschrijving van lichte vrachtwagens te verstrengen.

Moeten lichte bedrijfsvoertuigen ook zero-emission zijn vanaf 2026?

NEEN. Voorlopig wijzigt er niets aan de fiscale regels rond lichte bedrijfsvoertuigen. De reden is dat ‘zero-emission’ tegen 2026 voor de meeste bedrijven onhaalbaar is voor hun bestelwagens en andere lichte vrachtvoertuigen. De technologie is nog niet voldoende geëvolueerd om elektrische LCV’s net zo inzetbaar te maken als diesel- of benzine-vans. Bestelwagens op waterstof zijn momenteel nog niet verkrijgbaar.

Zal de belasting op het voordeel van alle aard stijgen?

JA en NEEN. De basisformule blijft voorlopig ongewijzigd, maar de referentie-CO2-uitstoot zal jaar na jaar dalen naarmate er steeds meer plug-in hybrides en elektrische auto’s worden opgenomen in de berekening van het algemene vlootgemiddelde van het Belgisch wagenpark. Indien deze gemiddelde referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark daalt zal door de samenstelling van de formule het voordeel van alle aard verder stijgen.

Bron: Michel Willems (Mobilitas)





Het minimum voordeel van alle aard stijgt van 1.360 euro naar 1.370 euro voor 2021.

29 12 2020

De referentie uitstoot voor 2021 meldden we al eerder:

  • Diesel: 84 gr/km
  • Benzine, LPG en CNG: 102 gr/km

Nu is ook het minimum bedrag van het voordeel van alle aard bekend voor volgend jaar. Dit bedrag stijgt van 1360 naar 1370 Euro.

Even samenvatten, de formules voordelen van alle aard bedrijfswagens geldig voor het jaar 2021

  • diesel:   cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-84) x 0,1)] % x 6/7 x  ouderdomscoëfficiënt
  • benzine, LPG, aardgas :  cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-102) x 0,1)] % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt
  • elektrische voertuigen   :  cataloguswaarde x 4 % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt

Het minimum aan cataloguswaarde bedraagt steeds 4% en het maximum is 18%.

Bron: Mobilitas.





Referentie uitstoot 2021 – VAA (België)

16 12 2020

Men kan spreken van een ware trendbreuk. Bestuurders van bedrijfswagen mochten zich de laatste twee jaren op twee opeenvolgende lichte dalingen van het voordeel van alle aard verheugen omdat de referentie CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark steeg door de stijgende aankoop van benzine voertuigen en SUV’s. Dit jaar is het volledig anders. De referentie CO2-uitstoot voor 2021 daalt opmerkelijk ten opzicht van 2020. Dit duidt erop dat er meer voertuigen in België ingeschreven werden met een lagere CO2-uitstoot die weliswaar wordt vastgelegd op basis van een labotest.

De nieuwe referentie-CO2-uitstoot voor dieselvoertuigen en plug-in diesels daalt van 91 gr/km in 2020 naar 84 gr/km in 2021 en van 111 gr/km in 2020 naar 102 gram/km voor het jaar 2021 voor benzine, LPG en aardgas voertuigen, daarin ook begrepen de full en plug-in hybrides op benzine. Hierdoor komt de referentie-CO2-uitstoot op de laagste waarde sinds 2012 toen de huidige basisformule voor de berekening van het voordeel van alle aard voor het eerste werd gebruikt. De cijfers werden nog niet in het Staatsblad gepubliceerd maar werden wel bevestigd.  

De huidige daling van de CO2 -waarden betekent concreet dat het belastbaar voordeel na twee jaar van lichte daling opnieuw stijgt. De stijging is vrij fors en kan tot meer dan 12% bedragen maar is wel afhankelijk van de motorisatie. Bij plug-in hybrides met een zeer lage (theoretische) CO2-uitstoot stijgt het voordeel in 2021 niet of nauwelijks. Dit betekent dat in een aantal gevallen de ouderdomscoëfficiënt die het voordeel van alle aard per jaar met 6% laat dalen onvoldoende zal zijn om de stijging te compenseren.

Een stijging van het voordeel van alle aard heeft ook zijn impact op het patronale gedeelte van het voordeel dat verrekend wordt via de vennootschapsbelasting en dat vandaag 17% of 40% bedraagt van het belast voordeel van alle aard afhankelijk of de werkgever al dan niet een tankkaart voorziet. Doordat het voordeel van alle aard in de praktijk via de bedrijfsvoorheffing op het loon wordt ingehouden zal er zich een kleine netto loondaling voordoen vanaf januari 2021 voor bestuurders van bedrijfswagens. Het absoluut minimum dat voor het jaar 2021 werd nog niet bepaald. Dit wordt pas vastgesteld eind december naar aanleiding van de indexatie van de belastingschalen. De publicatie van dit cijfer kan dit jaar wat langer op zich laten wachten omdat in de laatste programmawet een aantal fiscale cijfers tijdelijk worden bevroren. Die wetgeving moet nog worden gestemd. Tot slot vermelden wij nog goed nieuws. De fiscus bepaalde in de loop van 2020 dat voor voertuigen waarbij zowel de NEDC waarde als de WLTP waarde op het homologatieattest wordt vermeld men voor de berekening van het voordeel van alle aard in 2021 de laagst waarde mag kiezen. Hierdoor wordt voorlopig formeel vermeden dat de hogere WLTP op zich zou leiden tot een belastingverhoging.

Formule voordelen van alle aard bedrijfswagens geldig voor het jaar 2021

  • diesel:   cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-84) x 0,1)] % x 6/7 x  ouderdomscoëfficiënt
  • benzine, LPG, aardgas :  cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-102) x 0,1)] % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt
  • elektrische voertuigen   :  cataloguswaarde x 4 % x 6/7 x ouderdomscoëfficiënt

Het minimum aan cataloguswaarde bedraagt steeds 4% en het maximum is 18%.

Het absoluut minimum moet nog worden vastgelegd.





Aanpassing VAA vanaf 2022

19 11 2020

De laatste twee jaren steeg de referentie-CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark. Deze norm wordt ook gebruikt bij het berekenen van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens. Verrassend genoeg betekende de stijging van deze CO2 waarden dat het belastbaar voordeel reeds twee jaren na elkaar (2019 en 2020) licht daalde tegenover 2018. De formule was immers zo opgesteld dat de fiscus er vanuit ging dat de CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark jaarlijks zou dalen en de formule diende ervoor te zorgen dat die daling niet ten koste zou gaan van de schatkist. Door de aankoop van steeds meer benzine modellen en SUV’s, ook in het midden segment, steeg de gemiddelde CO2-uitstoot van het Belgisch wagenpark de laatste twee referentiejaren.

Dit betekende in de praktijk een daling van het voordeel van alle aard. De partij Ecolo-groen wilde echter vermijden dat deze daling zich in de toekomst nog zou voortzetten. Daarom besliste de commissie financiën op 17 november 2020 om vanaf 2022 de referentie-CO2-uitstootwaarde voor de berekening van het voordeel van alle aard (VAA) maximaal te beperken tot de waarden die voor 2020 gelden en verdere verhogingen niet in rekening te brengen mochten deze zich in de toekomst nog voordoen. Dit om te vermijden dat het voordeel van alle aard opnieuw zou dalen.

De referentiewaarden die geldig zijn voor 2020 bedragen 91 gram voor diesel motorisaties, inclusief diesel plug-in hybrides en 111 gram voor benzine motorisaties, inclusief fiscaal erkende benzine plug-in hybrides, full hybrides, LPG en CNG voertuigen. De nieuwe regeling moet wel nog gestemd worden in de Kamer in de plenaire vergadering, maar men verwacht geen wijzigingen.

Vanaf 2022 leidt stijging referentie co2 uitstoot niet meer tot verlaging VAA.

Bij het schrijven van dit artikel zijn de referentie co2 waardes voor 2021 nog niet bekend. Febiac heeft al wel bevestigd dat er weer sprake is van een stijging.

Bron: mobilitas (Michel Willems)





XPOfleet Management Day verplaatst naar 30 maart 2021

24 06 2020

Eerder informeerden we u trots dat de 7de editie van de XPOfleet Management Day door zou gaan in september van dit jaar. Maar helaas komen ook wij niet uit onder de gevolgen van het Corona virus. De organisatie van de XPOfleet Management Day vergt tijd en op dit moment is het niet duidelijk wat er in september mogelijk is en wat nog niet. Aangezien de veiligheid van alle bezoekers en XPOfleet en Mobilitypower personeel primeert hebben we besloten op dit gebied geen enkel risico te willen lopen.

Daarom zal het evenement dit jaar niet door zal gaan. In plaats daarvan zal Kinepolis Antwerpen op dinsdag 30 maart 2021 haar deuren wijd open zetten voor alle XPOfleet klanten.

XPOfleet Management Day 2021





Fiscus legt nieuwe regels vast voor NEDC-WLTP fiscaliteit na 2020 – Belgie

2 04 2020

De overheid maakt (voorlopige?) beslissing over autofiscaliteit na 2020. Als principe kan men de NEDC 2.0 waarden ook na 2020 blijven behouden.

Wie de tekst er dieper op naleest zal merken dat alles zal afhangen van de informatie die op het homologatieattest staat. Of importeurs hierbij één of twee waarden vermelden. Indien beide waarden (WLTP & NEDC 2.0) worden vermeld kan men ook na 2020 de NEDC 2.0 waarde fiscaal blijven gebruiken voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid en het voordeel alle aard. Men mag  volgens de fiscus zelfs kiezen tussen de twee waarden indien beide beschikbaar zijn op het homologatieattest. Dit lijkt op het eerste zich merkwaardig maar voor bepaalde plug-in hybrides is de WLTP waarde lager dan de NEDC 2.0 waarde.

Bovendien is ook het probleem voor sommige plug-in hybrides opgelost die op basis van hun WLTP-waarde plots niet meer zouden voldaan hebben aan de grens van max. 50 gram CO2-uitstoot en “fake” zouden geworden zijn. Ook zij kunnen voorlopig de lagere NED 2.0 in 2021 verder blijven gebruiken.

Indien enkel de WLTP waarde wordt vermeld op het homologatie-attest zal het voertuig altijd op de WLTP waarde worden belast. Bovendien blijven de NEDC 1.0 voertuigen van een lage fiscaliteit genieten. Concreet betekent dit dat het bestaande wagenpark dat reeds een WLTP + NEDC 2.0  waarde heeft + de nieuwe inschrijvingen, vanaf 01/01/2021 op fiscaal gebied de NEDC 2.0 waarde verder kunnen behouden voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid en het voordeel alle aard, tenzij op het gelijkvormigheidsattest enkel een WLTP waarde wordt vermeld.

Natuurlijk kan de wetgeving altijd wijzigen. Met deze laatste woorden wil de fiscus in haar commentaar eigenlijk zeggen dat nieuwe toekomstige regeringen de regels indien nodig kunnen aanpassen.

Voor de berekening van de CO2-bijdrage werd nog geen tekst voorzien. Het ligt in de verwachting dat zij dezelfde regels zullen volgen. In deze Corona tijden is dit goed nieuws voor de autosector.

Een fiscale verhoging door gebruik van de WLTP waarden vanaf 2021 is met dit nieuwe commentaar in elk geval uitgesteld.

(*) update antwoord op vraag nr. 41 FAQ  autofiscaliteit maart 2020.

Bron: mobilitas





Fiscale regels voor het overeenstemmend voertuig voor valse plug-in hybrides bekend.

23 09 2019

Vanaf 1 januari 2020 gelden nieuwe regels inzake aftrekbaarheid voor alle bestaande voertuigen van het wagenpark en specifieke regels voor de fiscale aftrekbaarheid van zogenoemde “valse” plug-in hybrides. Dit zijn volgens de fiscus voertuigen die deels werken op brandstof en deels via een oplaadbare elektrische batterij, maar waarvan de capaciteit van de elektrische batterij geen aanzienlijk gebruik van het voertuig toelaat via de elektrische  energiebron. Deze regel geldt voor alle plug-in hybrides aangekocht vanaf 1 januari 2018. Valse plug-in hybrides die vóór 1 januari 2018 zijn besteld (bestelformulier of ondertekening van het leasecontract als bewijs) vallen niet onder de regel van “valse plug-in hybrides”.

Fiscaal technisch gezien is een valse hybride een oplaadbaar hybride voertuig uitgerust is met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht (0,45 via afronding) of een uitstoot heeft van meer dan 50 gram CO2 per kilometer. In dat geval bepaalt de fiscus dat de in aanmerking te nemen CO2 uitstoot van de valse plug-in hybride vanaf 1 januari 2020 niet meer gelijk is met deze vermeld op het homologatieformulier maar wel de CO2 waarde van het “overeenstemmende voertuig” dat voorzien is van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof. Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof, wordt de CO2 waarde vermenigvuldigd met 2,5.

De wetgever heeft nu in het Staatsblad van 17 september 2019 bekendgemaakt wat precies moet verstaan worden onder “overeenstemmend voertuig”. Dit heeft zijn belang om vanaf 2020 de juiste fiscale aftrekbaarheid van het voertuig te kunnen berekenen en het juiste voordeel van alle aard die voor valse plug-in hybrides zal gebaseerd zijn op de CO2 waarde van het “overeenstemmende voertuig” en niet meer op basis van het homologatieattest (COC). Men zal dus in de praktijk de gegevens op het COC van de “valse hybride” moeten vergelijken met de gegevens op het COC van gelijkaardige, zogenoemde overeenstemmende modellen die op de markt beschikbaar zijn en bepalen welk model de “valse hybride” op basis van de hierna uiteengezette criteria het dichtst benadert.
Het moet gaan om een voertuig voorzien van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof (COC, rubriek nr. 26). Vervolgens is ook vereist dat het overeenstemmend voertuig ten opzichte van het hybride voertuig categoriseert onder:
– hetzelfde merk (COC, rubriek nr. 0.1);
– dezelfde model (COC, rubriek nr. 0.2.1);
– hetzelfde type koetswerktype (COC, rubriek nr. 38) (bijvoorbeeld berline, break, …);
– en waarvan de verhouding tussen zijn vermogen en het vermogen van het hybride voertuig, beiden uitgedrukt in kW (COC, rubriek nr. 27.1), het dichtst de waarde één benadert, binnen een vork begrepen is tussen 0,75 en 1,25. De voertuigen waarvan de verhouding niet begrepen is binnen dit vork zullen dus niet als overeenstemmend voertuig kunnen beschouwd worden, ook al voldoen ze aan de overige voorwaarden. Indien geen enkel voertuig aan deze voorwaarden voldoet, wordt een coëfficiënt van 2,5 toegepast. De COC-gegevens van alle mogelijke overeenstemmende voertuigen zijn niet publiek en gecentraliseerd beschikbaar voor ondernemingen en bestuurders van bedrijfswagens. Deze zijn in de regel enkel in het bezit van het COC van hun eigen voertuig. Daarom wordt de verplichting om te vergelijken en het overeenstemmend voertuig vast te stellen opgelegd aan de autofabrikant of indien deze niet in België is gevestigd, aan de auto-invoerder. Deze laatsten zullen het overeenstemmend voertuig van ieder plug-in hybride voertuig dat niet beantwoordt aan de fiscale norm moeten bepalen en deze informatie samen met alle noodzakelijk gebleken technische gegevens aan de FOD Financiën moeten overmaken bij de marktintroductie van het betreffende “fake” hybride voertuig. Deze informatie is immers onmiddellijk noodzakelijk, bijvoorbeeld voor de inhouding van de bedrijfsvoorheffing op een voordeel van alle aard. De FOD Financiën zal dus iedere keer haar lijst met overeenstemmende voertuigen actualiseren bij de marktintroductie van nieuwe “valse plug-in hybrides”. De bepaling van het overeenstemmende voertuig gebeurt op het moment waarop het hybride voertuig op de markt wordt gebracht, en blijft ongewijzigd tijdens de levensduur van dat voertuig. Voor reeds bestaande valse plug-in voertuigen zal in de realiteit hetzelfde moeten gebeuren.

De lijst met de overeenstemmende voertuigen zal worden bekendgemaakt op de internetsite van de FOD Financiën. De administratie zal de informatie die ze van de fabrikanten of de invoerders heeft gekregen enkel gebruiken om een databank bij te houden. De fabrikanten en de invoerders zijn er eveneens toe gehouden om de informatie te bezorgen voor alle “valse hybrides” die reeds op de markt waren en/of zullen zijn op 31 december 2019. De FOD Financiën zal mogelijks ook samenwerken met FEBIAC voor het opstellen van de lijst van overeenstemmende voertuigen en het up-to-date houden ervan.

Besluit : met de bekendmaking van de regels rond het “overeenstemmend voertuig” is de laatste onbekende factor in het verhaal van de valse plug-in hybides verleden tijd. Boekhouders en sociale secretariaten zullen nu op basis van deze (toekomstige) lijst die de fiscus zelf publiceert, vanaf 1 januari 2020 het correcte voordeel van alle aard, inclusief de juiste bedrijfsvoorheffing en de juiste fiscale aftrekbaarheid kunnen toepassen. In de realiteit betreft het echter een beperkt aantal voertuigen die in de laatste drietal jaren op de markt zijn gekomen. Wie de technische gegevens analyseert van de nieuwe plug-in hybride modellen die vandaag op de markt worden gebracht zal merken dat deze bijna allemaal voldoen aan de fiscale norm en dus in de realiteit ook vanaf 2020 recht hebben op een fiscale aftrekbaarheid tussen 90% en 100%.

Bron: Mobilitas





Fiscus bevestigt gebruik van NEDC 2.0 waarden tot einde 2020 voor de berekening van het voordeel van alle aard. | België

16 01 2019

Er is nu meer rechtszekerheid gekomen rond het gebruik van de NEDC 2.0 waarde bij de berekening van het voordeel van alle aard. In een recente update van haar vraag & antwoord  (1) staat dit nu duidelijk te lezen op welke manier de NEDC 2.0 waarde nog tot einde 2020 mag gebruikt worden voor de berekening van het voordeel van alle aard.

Fiscale situering NEDC 2.0 en WLTP – stand van zaken

Sinds 1 september 2018 hebben alle als nieuw ingeschreven voertuigen een hogere officiële CO2-waarde als gevolg van de strengere WLTP homologatietest (2). Op papier kan dat leiden tot aanzienlijke belastingverhogingen omdat de autofiscaliteit in grote mate gebaseerd is op de officiële uitstootcijfers. Maar de minister stelde in het verleden gerust. De (intussen vervangen) minister van financiën Johan Van Overtveldt bevestigde op vraag van een brief van Febiac midden vorig jaar (2018) dat de fiscus nog zal blijven uitgaan van de zogenoemde teruggerekende NEDC 2.0 waarden voor de federale formules binnen de autofiscaliteit (2) . Hieronder verstaat men de CO2-solidariteitsbijdrage, het belastbaar voordeel van alle aard en de aftrekbeperking van autokosten in de vennootschapsbelasting. Dat gebeurt aan de hand van de officiële Europese correlatietool. De Europese wetgever bepaalde dat de CO2-uitstoot waarde gemeten volgens WLTP in elk geval moet meegedeeld worden en dat in elk geval tot einde 2020 dit moet gebeuren samen met een tweede cijfer dat een omrekening is naar de oude NEDC-waarden. De Europese Commissie werkte daartoe een correlatie-techniek uit die bindend is voor alle constructeurs. Deze omzet-oefening resulteerde in de NEDC 2.0 norm die het effect van WLTP in een overgangsfase moet verzachten en voor fiscale doeleinden kan worden gebruikt. Elk EU land kan zelf bepalen wanneer zij voor haar fiscale doeleinden de WLTP of de NEDC 2.0 wenst te gebruiken. Voor alle nieuw ingeschreven Belgische voertuigen (behalve stockwagens)  vanaf 1 september 2018 vermeldt het gelijkvormigheidsattest (of COC) beide waarden:

  • WLTP: terug te vinden onder vak 49.4
  • NEDC 2.0 (gecorreleerde NEDC): terug te vinden onder vak 49.1.

 

De Belgische RSZ liet in het najaar 2018 reeds weten dat men tot het einde van 2020 voor nieuwe wagens mag rekening houden met de CO2-uitstoot volgens NEDC 2.0.norm (3). Vanaf 2021 voorziet zij een vervanging door de corresponderende WLTP-waarde. Sinds kort gelden hiervoor de waarden voorzien op het gelijkvormigheidsattest als referentiepunt en niet zoals in het verleden de waarden vermeld op het inschrijvingsbewijs.

Update  FAQ-lijst voordelen van alle aard

In een recente update van de befaamde FAQ-lijst van de FOD Financiën rond de berekening van het voordeel van alle aard bij bedrijfswagens (1) geeft de fiscus zelf aan onder vraag nr. 41 welke CO2 waarde moet gebruikt worden en maakt een onderscheid tussen 2 situaties :

  • Voor voertuigen met 1 CO2-uitstootgehalte (NEDC 1.0)

Voor de vaststelling van het belastbaar voordeel van alle aard moet rekening worden gehouden met het CO2-uitstootgehalte van het betreffende voertuig zoals dat gekend is bij de dienst   voor inschrijving van de voertuigen (DIV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dit gegeven staat in principe vermeld op zowel het gelijkvormigheidsattest (‘gewogen, gecombineerde’ CO2-waarde   voor elektrisch oplaadbare voertuigen; ‘gecombineerde’ CO2-waarde voor andere aandrijvingen) als op het inschrijvingsbewijs van het voertuig.

Indien de waarde niet bekend is wordt de waarde als volgt forfaitair vastgesteld :

  • voertuigen aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor :  CO2-uitstoot =  205 gr/km;
  • voertuigen aangedreven door een dieselmotor, :  CO2-uitstoot =  195 gr/km;
  • Voor voertuigen met 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC 2.0)

Om na te gaan of een voertuig over 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC) beschikt, kan het gelijkvormigheidsattest van het voertuig worden geraadpleegd. Het gelijkvormigheidsattest van een voertuig met 2 CO2- uitstootgehaltes vermeldt namelijk zowel een tabel (code 49.1) met NEDC verbruiks- en CO2-waarden, als een tabel (code 49.4) met WLTP verbruiks- en CO2-waarden. Het inschrijvingsbewijs van het voertuig vermeldt daarentegen echter maar één waarde en verduidelijkt niet om welke waarde het gaat (WLTP of NEDC). Voor voertuigen met 2 CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC 2.0), mag tot en met 31.12.2020 met de NEDC 2.0 waarde rekening worden gehouden voor de berekening van het voordeel van alle aard. Ook hier moet het gaan om de NEDC-waarde zoals die gekend is bij de DIV. In principe stemt die NEDC 2.0-waarde overeen met de NEDC-2.0 waarde vermeld in de tabel (code 49.1) van het gelijkvormigheidsattest van het voertuig (‘gewogen, gecombineerde’ CO2-waarde voor elektrisch oplaadbare voertuigen; ‘gecombineerde’ CO2-waarde voor andere aandrijvingen). Wanneer het gelijkvormigheidsattest CO2-uitstootgehaltes vermeldt, maar het inschrijvingsbewijs niet, en de DIV heeft geen enkel gegeven over de CO2-uitstootgehaltes, moet het CO2-uitstootgehalte van het betreffende voertuig voor de berekening van het voordeel van alle aard als volgt worden vastgesteld:

Indien de waarde niet bekend is wordt de waarde als volgt forfaitair vastgesteld :

  • voertuigen aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor :  CO2-uitstoot =  205 gr/km;
  • voertuigen aangedreven door een dieselmotor, :  CO2-uitstoot =  195 gr/km;

Vlaamse regeling WLTP & NEDC 2.0

Op niveau van de Vlaamse autofiscaliteit die de BIV en de verkeersbelasting omvat, liet minister van financiën Bart Tommelein in september 2017 reeds weten dat de NEDC 2.0 norm mag worden gebruikt in elk geval tot einde 2019.

(vraag om uitleg nr. 2750 J. Vandenbroucke en 2760 J. De Potter, 19 september 2017, Comm. Fin. Vl. Parl., C317, 9-14). In de wandelgangen is nu te horen dat die termijn mogelijks zou verlengd worden tot 30 juni 2020 of zelf tot einde 2020 om te vermijden dat er een verschil zou ontstaan tussen de federale formules en de regionale (Vlaamse) formules voor de fiscale toepassing van de NEDC 2.0 en WLTP waarden .

Regeling WLTP & NEDC 2.0 in het Brussels en Waals Gewest en voor leasingvoertuigen

Voor voertuigen ingeschreven in het Brussels of Waals Gewest en voor leasingvoertuigen ingeschreven op naam van een leasingmaatschappij heeft de WLTP & NEDC 2.0  regeling op de berekening van de BIV en de verkeersbelasting voorlopig geen invloed. Deze is nog steeds gebaseerd op fiscale pk’s en op het vermogen in kilowatt. De CO2-uitstoot heeft hier dus geen belang.

 

Carpolicy

Wellicht is dit het moment om uw car policy aan een review te onderwerpen. Zeker indien deze gekoppeld is aan een maximale CO2-waarde. WLTP en de daaraan gekoppelde NEDC 2.0 waarde verhoogt de uitstootcijfers gemiddeld met 10 gram. Voor sommige modellen kan dit echter hoger zijn. Zonder aanpassing van de car policy dreigen bepaalde voertuigen de selectielijst niet meer te halen.

 

Voetnoten :

(1) De befaamde FAQ-lijst van FOD Financiën voordelen van alle aard is recent aangepast. Vraag nr. 41.

https://financien.belgium.be/sites/default/files/downloads/121-faq-bedrijfswagens-2019-versie17.pdf

(2) Test Procedure) (verordening (EU) 2017/1151 van 1 juni 2017, PB EU L 175, 7 juli 2017, 1; http://wltpfacts.eu)

(3) RSZ – directie reglementering – mail van 26 september 2018 volgend op de nota FEBIAC betreffende inschrijving en fiscaliteit van lichte voertuigen van 16 augustus 2018.

Bron: Mobilitas





Hervorming groene Brusselse autofiscaliteit en taxatie op leasingvoertuigen (BIV & verkeersbelasting) opnieuw uitgesteld.

21 11 2018

Hervorming groene Brusselse autofiscaliteit en taxatie op leasingvoertuigen (BIV & verkeersbelasting) opnieuw uitgesteld.

1 januari 2019 komt snel dichterbij voor de Brusselse Gewestregering. Dat is ook het moment waarop zij de autobelastingen zelf zal innen. Maar de veelbesproken hervorming van de autofiscaliteit komt er voorlopig niet en is bijna zeker uitgesteld tot de volgende legislatuur. Voor autobezitters en eigenaars van leasingvoertuigen ingeschreven in het Brussels Gewest blijft dus voorlopig alles bij het oude. Enkel het briefhoofd van het aanslagbiljet zal wijzigen : van de FOD Financiën naar Brussel Fiscaliteit. Dat betekent vandaag concreet dat wie in het Brussels Gewest met een vervuilende auto rondrijdt niet meer betaalt aan belastingen dan de eigenaar van een gloednieuwe propere leasingauto. Voor een groenere Brusselse autofiscaliteit gebaseerd op CO2-uitstoot, Euronorm en andere poluenten zoals NOx en fijnstofpartikels is het nog even wachten. Met de invoering van een Lage Emissie Zone (LEZ) heeft de Brusselse regering wel een eerste voorzichtige stap gezet maar de LEZ wordt maar zeer geleidelijk ingevoerd. Tot einde 2019 hebben dieselvoertuigen met EURO3 (dus zonder verplichte roetpartikelfilter) nog steeds vrije toegang tot de Brusselse zone. Voor benzine, LPG en CNG voertuigen geldt de vrije toegang nog tot einde 2024 indien zij minstens aan de EURO2 norm voldoen. In Antwerpen zijn de regels veel strenger. Anderzijds bereikte de Brusselse regering einde mei 2018, mede door toedoen van minister van Leefmilieu Céline Fremault, een princiepsakkoord om tegen 2030 een volledige dieselban in te voeren, al temperde Minister-president Rudi Vervoort het enthousiasme dat een volledige dieselban nog niet verworven is. De LEZ wijzigt ook niets aan de totale autodruk.

Uitstel voor groenere BIV en verkeersbelasting

Concreet betekent het uitstel van de Brussels regering dat de hervorming van BIV (Belasting voor Inverkeerstelling) en de VB (Verkeersbelasting) in 2019 niet zal worden uitgevoerd en wordt verschoven naar de volgende legislatuur. Wellicht zal dan ook een koppeling worden gemaakt met het inter-federaal akkoord over de slimme kilometerheffing. De BIV en de verkeersbelasting zullen, zoals reeds enkele decennia lang, voorlopig verder berekend worden op basis van de fiscale Pk’s en het vermogen in kilowatt van het voertuig. In het kader van de aangekondigde fiscale hervorming stelde Brussels minister van Financiën Guy Vanhengel een groep van experten aan die in mei 2018 haar voorstel kwam toelichten voor het Brussels Parlement. Maar er was wel enige kritiek te horen. De huidige verschuiving van de voorgestelde fiscale hervorming naar de toekomst is deels te wijten aan de ondoorzichtige formules die vrij eenzijdig de focus legden op luchtkwaliteit en het onzorgvuldig gebruik van euronormen en diesel/benzine-framing en een CO2-verrekening die uiteindelijk weinig verschil maakte. Het vermogen van het voertuig was een criterium dat niet werd gebruikt met vaak perverse fiscale gevolgen. Luxe-voertuigen met krachtige motoren betaalden in de voorgestelde regeling plots veel minder dan oudere kleine dieselvoertuigen. De kritiek dat geen rekening werd gehouden met sociale correcties was steeds luider te horen. Een nieuwe Maserati die onder het nieuwe stelsel lager zou worden getaxeerd dan een 8 jaar oude kleine diesel was hiervan een treffend voorbeeld. In navolging van Vlaanderen stelde de expertengroep ook voor om elektrische, plug-hybride en CNG-auto’s voor een minimale periode van vijf jaar vrij te stellen van taxatie. Maar ook dat stuitte op enig verzet. Indien milieuvriendelijke auto’s te snel zouden doorbreken dreigde het Brussel Gewest te veel inkomsten te verliezen. In 2016 brachten BIV en verkeersbelasting meer dan 180 miljoen euro op.

Leasingvoertuigen

Bijna alle Belgische erkende autoleasingmaatschappijen hebben hun maatschappelijke zetel binnen het Brussel Gewest. Dit betekent dat zij bij inschrijving van een voertuig op hun naam ook aan dezelfde taxatie inzake BIV en verkeersbelasting onderworpen zijn. Een aanpassing van de huidige regeling zou dan ook meteen een wijziging in taxatie voor honderdduizenden leasingvoertuigen hebben betekend. Bij de regionalisering van de autofiscaliteit (BIV en verkeersbelasting) werd destijds beslist dat de oude federale regeling, die nu overeenkomt met deze van het Brussels Gewest, voorlopig zou behouden blijven voor leasewagens om fiscale concurrentie tussen Gewesten te vermijden. Daarom dient vooraf nog een samenwerkingsakkoord te worden gesloten tussen de huidige drie Gewesten alvorens de gewestelijke fiscale taxatieformules voor leasingvoertuigen kunnen gewijzigd worden. Een bijkomende reden dus dat de hervorming van de autobelastingen in het Brussels Gewest nog enige tijd zal nodig hebben om effectief in werking te treden. Concreet zullen de huidige berekeningsregels voor BIV en verkeersbelasting gebaseerd op fiscale Pk’s en vermogen in kilowatt nog een tijdje verder behouden blijven voor leasingvoertuigen ingeschreven op naam van een erkende autoleasingmaatschappij.

Bron: Mobilitas





Fiscal Tools ondersteunt nieuwe wetgeving van 1 juli 2018

3 08 2018

XPOfleet Fiscal Tools is een 100% gratis app voor Android en Apple iOS die wordt gebruikt van om alle Belgische fiscale belastingen en toeslagen te berekenen die relevant zijn voor auto’s. Of het nu gaat om de BIV, Wegenbelasting, voordeel van alle aard,….. en dit ongeacht of het voertuig wordt ingeschreven in Vlaanderen, Brussel of Wallonië.

Traditioneel veranderen op 1 juli van ieder jaar een aantal coëfficiënten voor belastingen die door de Vlaamse gemeenschap worden geint zoals wegenbelasting en de BIV. Vandaag is een nieuwe versie van XPOfleet Fiscal Tools uitgekomen die deze nieuwe regelgeving automatisch ondersteunt.